Description
In dit boek legt Mohammed al-Amine al-Shinqieti uit waarom de Islam een volmaakte religie is.
Andere vertalingen 16
Door de eminente geleerde:
Mohammed Al-Amienibn Mohammed Al-Mokhtaar
Ash-Shinqietie
(Moge AllahI hem genadig zijn)
(1320/1903 – 1393/1973)
Zijn naam is Mohammed Al-Amien ibn Mohammed Al-Mokhtaar ibn 'Abdoelqaadir Al-Djekny Ash-Shinqietie. Hij werd geboren in 1320 Hidjrah in Chinguetti, Mauritanië, in een familie die zowel uit mannelijke als vrouwelijke geleerden bestond. Hoewel zijn ouders stierven toen hij nog erg jong was, studeerde hij bij zijn oom en tante van vaderskant, bij wie hij later ging inwonen. Hij studeerde met de grote sjoeyoekh (mv. van sjeikh) van dat land de Qoer'aan, fiqh[1], onder de Maliki madh-hab[2], tafsier[3], hadieth[4], oesoel[5], nahoe[6], sarf[7], balaaghah[8], dichtkunst en andere Islamitische wetenschappen. Hij onderwees en werd in dat land een beroemde rechter. Later wilde Frankrijk hem uitgeleverd hebben en werd daar tot de dood veroordeeld omdat hij zich niet aan de Franse autoriteiten had overgeleverd (Frankrijk had dat land gekoloniseerd, samen met andere Noord-Afrikaanse landen aan de Middellandse Zee.) Hij ontsnapte hen dus.
In 1367 Hidjrah verrichtte hij de Hadj, en gaf lessen in de Moskee van de Profeet toen hij in Medina was. Toen de verantwoordelijken van de moskee zich bewust werden van hem, vroegen ze hem te blijven om te onderwijzen en dit op verzoek van koning Abdoel-Aziez Al-Saud. Vervolgens, na verschillende posities in het onderwijs daar, begon hij in 1381 te onderwijzen aan de Islamitische Universiteit van Medina, toen die werd geopend.
De Sjeikh heeft vele beroemde werken (die alle zijn gepubliceerd):
1. Adwaa Al-BayaanFiTafsier Al-Qoer'aan Bil-Qoer'aan.[9]
2. Al-MoedhakkirahFiOesoel Al-Fiqh.[10]
3. Adab Al-Bahth Wal-Moenadharah.[11]
4. Daf'oeIham Al-Idtirab 'An Ayaat Al-Kitaab.[12]
5. Nathr Al-Woeroed 'AlaMaraqi As-Soe'oed.[13]
De Sjeikh stond bekend om zijn immense kennis van voorgenoemde Islamitische Wetenschappen, en eveneens om zijn vroomheid, bescheidenheid, eenvoud van leven, toewijding aan onderwijs, rechtschapen karakter, en meer. Door zijn grote hekel aan ghiebah (roddelen) zei hij soms: “Hoe kan ik het waardevolste wat ik bezit – mijn hasanaat (goede daden) – aan een ander geven, in ruil voor zijn eer en reputatie."[14]
De voormalige moefti[15] van Saudi-Arabië, Mohammed ibnIbrahiem (moge AllahI hem genadig zijn), zei lovend over hem: “Hij is gevuld met kennis, van kop tot teen." En ook: “(Hij is) een wonder in (zijn kennis van) Islamitische Wetenschappen, de Qoer'aan, de Arabische taal en Arabische dichtkunst."[16]
De Sjeikh stierf na een ziekte, nadat hij terug was gekomen van de Hadj in 1393 Hidjrah, en werd begraven in Mekka.
O Allah… geef hem een speciale plek in Djennah (het paradijs) samen met de andere nobele geleerden van de Islam, O Allah vervang hen door geleerden die even goed of nog beter zijn. O Allah, vergeef ons, heb genade met ons en zegen ons met het verblijf in Djennah samen met de profeten, de rechtschapenen, de martelaren en de vromen. Zeker, dat is een gezegend gezelschap! Amien! Amien! Amien!
En verder,
Mogen de Zegeningen van AllahI voor onze geliefde Profeet Mohammed zijn, met zijn familie en al zijn Metgezellen.
Alle lof en dankbaarheid komen alleen I toe, de Heer van de hele schepping.
In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle
Alle lof is toe te schrijven aan AllahI de Heer van het universum. Moge de vrede en zegeningen met onze profeet Mohammedr zijn, met zijn familie, zijn Metgezellent en allen die oproepen tot zijn oproep tot aan de Dag des Oordeels.
Vervolgens:
Dit is een lezing die ik gegeven hebt in de Masdjid (moskee) van de Profeetr op verzoek van de koning van Marokko. Een aantal broeders vroeg mij om een transcriptie ervan, om het te kunnen publiceren. Ik willig hun verzoek hierbij in en ik plaats mijn hoop in AllahI dat het tot nut zal zijn.
Allah de Allerhoogste zegt:
(Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb Ik met genoegen de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.) [Al- Maaïdah 5:3]
Die dag is de dag van Arafat, op vrijdag tijdens de Afscheidsbedevaart. Dit nobele vers werd geopenbaard terwijl de Profeetr in Arafat stond. Hij leefde na die openbaring nog 81 nachten. Allah de meest Verhevene verklaart in dit nobele vers dat HijI onze religie voor ons vervolmaakt heeft. Zodoende mag er niets van worden afgehaald, noch is het nodig dat er iets aan toe wordt gevoegd. Daarom sloot AllahI het profeetschap af met onze Profeet (als zegelvan de profeten), vrede en zegeningen van Allah zij met hen allen.
Verder verklaart AllahI dat Hij met genoegen de Islam heeft gekozen als religie. HijI zal er nooit ontevreden over zijn. HijI verklaarde duidelijk dat HijI nooit een andere religie dan de Islam van wie dan ook zal aanvaarden. HijI zegt:
(En wie dan ook een andere religie dan de Islam zoekt, nooit zal deze geaccepteerd worden van hem. En hij zal in het Hiernamaals tot de verliezers behoren.)[Aali 'Imraan 3:85]
In een ander vers verklaart Hij:
(Waarlijk, de (enige) religie bij Allah is de Islam) [Aali 'Imraan 3:19]
Dus, in de vervollediging van de religie en de duidelijke uitleg van diens wetten bevinden zich de zegeningen voor zowel deze wereld als het Hiernamaals. Daarom zegt AllahI:
(…en heb ik Mijn gunst volledig gemaakt voor jullie…) [Al-Maaïdah 5:3]
Verder bewijst dit vers duidelijk dat de Islam alle zaken die de mensheid nodig heeft, uitlegt en verheldert, zowel betreffende dit leven als het leven in het hiernamaals.
Om hier voorbeelden van te geven, zullen we tien belangrijke zaken aanhalen die centraal staan in het bestaan van de mensheid, en die betrekking hebben tot deze wereld en het Hiernamaals. En door een deel hiervan te noemen, zal de aandacht indirect worden gevestigd op de rest:
Ten eerste: At-Tauhied(Islamitisch monotheïsme)
Ten tweede: Waarschuwen en prediken.
Ten derde: Het onderscheid tussen goede en slechte daden.
Ten vierde: Regeren met iets anders dan de Shariah (Islamitische Wet).
Ten vijfde: De sociale omstandigheden van de maatschappij.
Ten zesde: De economie.
Ten zevende: De politiek.
Ten achtste: Het probleem van de dominantie die de koeffaar (ongelovigen) over de Moslims hebben.
Ten negende: Het probleem van de zwakte en het onvermogen die de Moslims ervaren in het bevechten van de koeffaar en hun gebrek aan het aantal (mensen en middelen) en voorbereiding.
Ten tiende: Het probleem van meningsverschillen binnen de gemeenschap.
We zullen de oplossing voor deze problemen d.m.v. de Qoer'aan uitleggen. Dit is dan tevens een impliciete verwijzing naar het feit dat alle andere problemen, die hier niet vermeld worden, ook d.m.v. de Qoer'aan kunnen worden opgelost.
De eerste kwestie: At-Tauhied (Islamitisch Monotheïsme):
Door een nauwkeurige bestudering van de Qoer'aan hebben de geleerden afgeleid dat Tauhied in drie delen is verdeeld.
· Het eerste: Tauhied Ar-Roeboebiyyah (Eenheid van de Heerschappij van Allah).[17]
Dit is het aspect van Tauhied welke de mens natuurlijkerwijze geneigd is te aanvaarden. Allah de Verhevene zegt:
(En als je hen vraagt wie hun heeft geschapen, dan zullen ze zeker zeggen Allah.) [Az-Zoekhroef 43:87]
HijI zegt ook:
(Zeg: “Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde," of: “Wie heeft macht over (het scheppen van) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?" Zij zullen zeggen: “Allah." Zeg dan: “Zullen jullie (Allah) dan niet vrezen?") [Yoenes:10:31]
En er zijn nog vele andere verzen zoals deze!
Farao's ontkenning van deze vorm van Tauhied is echter te wijten aan zijn arrogantie, zoals Allah I het ons in de Qoer'aan vertelt:
(Farao zei: “En wie is de Heer der werelden?") [Ash-Shoe'araa 26:23]
Farao zei dit echter halsstarrig en hield zich van de domme. Het bewijs hiervoor is het volgende vers:
(Mozes zei tegen farao: “Je weet zeker dat niemand anders deze tekenen/wonderen heeft neergezonden dan de Heer van de hemelen en de aarde als een duidelijk bewijs.") [Al-Israa 17:102]
Allah I zegt:
(En zij ontkenden ze (de tekenen en wonderen), hoewel zij er zelf (innerlijk) van overtuigd waren, uit onrechtvaardigheid en hoogmoed.) [An-Naml 27:14]
Wanneer de Qoer'aan werd geopenbaard, bevestigde het dus dit type van Tauhied in de vorm en formulering van een retorische vraag, zeggend:
(Is er twijfel over Allah?)
[Ibrahiem 14:10]
Op soortgelijke wijze verklaart Allah I:
(Zeg: “Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?") [Al-An'aam 6:164)
En in weer een ander vers verklaart Allah I:
(Zeg: “Wie is de Heer van de hemelen en de aarde?" Zeg: “Allah.") [Ar-Ra'd 13:16]
En er zijn vele gelijksoortige verzen, die allen bevestigen dat Allah I de Heer is.
Maar dit type van Tauhied (alleen) was de ongelovigen van geen enkel nut, omdat ze deze eenheid niet tot uiting brachten in hun aanbidding en gehoorzaamheid aan Allah I. Allah I zegt:
(En de meesten van hen geloven in Allah (in Zijn Roeboebiyyah, de eenheid van Zijn Heerschappij) terwijl ze deelgenoten aan Hem (in Zijn Oeloehiyyah, de eenheid van Zijn aanbidding) toekennen). [Yoesoef 12:106]
In een ander vers verklaart Hij (wat de polytheïsten beweren):
(“Wij aanbidden hen slechts opdat zij ons zo dicht mogelijk tot Allah brengen.") [Az-Zoemar 39:3]
(En zij zeggen: “Dezen zijn onze bemiddelaars bij Allah." Zeg: “Willen jullie Allah inlichten over wat Hij niet kent in de hemelen en op de aarde?") [Yoenes 10:18]
· De tweede: Tauhied Al-Oeloehiyyah (Eenheid van de aanbidding van Allah).[18]
Dit is de categorie van Tauhied waarover alle veldslagen werden gevochten tussen de boodschappers u en hun volken. Dit (d.w.z. het verkondigen van Tauhied Al-Oeloehiyyah) was de belangrijkste missie die de boodschappers u moesten vervullen. De kern ervan omvat de mening van Laa ilaaha illallaah (Er is geen god (die het waard is te worden aanbeden) behalve Allah. Deze getuigenis is gebaseerd op twee principes van ontkenning en bevestiging die zich in de verklaring van Laa ilaaha illallaah, bevinden.[19]
De ontkenning van deze verklaring betekent: de volledige verstoting, verwerping en afwijzing van alle dingen die worden aanbeden, behalve Allah I, in alle vormen van aanbidding. De bevestiging in deze verklaring betekent: enkel en alleen Allah aanbidden door alle soorten van aanbidding te verrichten op de wijze die door hem werd voorgeschreven en opgelegd. Het grootste deel van de Qoer'aan handelt hierover.
(En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei:) “Aanbid Allah en houd afstand van de Taghoet[20].") [An-Nahl 16:36]
(En Wij stuurden niet één van de Boodschappers vóór jou, of Wij openbaarden aan hem dat er geen andere god dan Ik is, aanbid Mij daarom.)[Al-Anbiyaa 21:25]
(…en hij die de Taghoet verwerpt en in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen, dat niet breken kan…) [Al-Baqarah 2:256]
(En vraag aan wie Wij vóór jou hebben gezonden van Onze Boodschappers: “Hebben Wij naast de Erbarmer goden gemaakt om te aanbidden?") [Az-Zoekhroef 43:45]
(Zeg: “Voorwaar, wat aan mij geopenbaard is, is dat jullie god één God is, zullen jullie je dan aan Hem onderwerpen?") [Al-Anbiyaa 21:108]
En de Ayaat (verzen) die hierover gaan zijn talrijk.
· De derde: Tauhied Al-Asmaa Was-Sifaat[21]
Dit type tauhied is gebouwd op twee grondbeginselen, zoals Allah I dat duidelijk maakte. De eerste is tanzieh[22](ontkenning) dat Allah's eigenschappen zoals die van Zijn schepping zijn.
De tweede is imaan (geloof/overtuiging) in alles waarmee Hij Zichzelf heeft omschreven, of waarmee Zijn boodschapper hem heeft beschreven, en dat deze beschrijving niet metaforisch maar reëel is en waarin (de beschreven zaak) bevestigd wordt op een wijze die passend is bij Zijn perfectie en subliemheid.
Het is een bekend feit dat niemand meer kennis heeft om Allah I te beschrijven dan Allah I Zelf. En na Allah I, is er niemand die meer kennis over Hem heeft dan de Profeet ﷺ en Hem daarom het best kan beschrijven. Allah I zegt over Zichzelf:
(Weten jullie het beter of Allah?) [Al-Baqarah 2:140]
En HijI zei m.b.t. Zijn boodschapper ﷺ:
(En hij spreekt niet uit begeerte. Het is niet anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard is.) [An-Nadjm 53:3-4]
AllahI maakte duidelijk dat er niets zoals Hem is, toen Hij zei:
(…niets is helemaal aan Hem gelijk.) [Ash-Shoera 42:11]
En Hij verklaarde dat Zijn eigenschappen bevestigd moeten worden en als reëel moeten worden opgevat toen Hij zei:
(En Hij is de Alhorende, de Alziende.) [Ash-Shoera 42:11]
Het eerste deel van het vers (“Niets is helemaal aan Hem gelijk") houdt in dat er geen ta'atiel[23] gepleegd mag worden. En in dit vers (“En Hij is de Alhorende, de Alziende") houdt in dat de eigenschappen bevestigd moeten worden en als werkelijk moeten worden opgevat, maar zonder temthiel[24]. Het houdt ook de ontkenning van moemaathalah[25] in, maar zonder in ta'atiel te vervallen. Allah I maakte duidelijk dat de schepping Hem onmogelijk volkomen kan bevatten. HijI zegt:
(Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is, en zij kunnen Hem met kennis niet omvatten.) [Ta Ha 20:110]
De geleerden zijn het er unaniem over eens dat AllahI niet een grotere waarschuwing van de hemel naar de aarde heeft gezonden, dan het bewustzijn dat je wordt gadegeslagen. Dat wil zeggen dat de mens zich altijd bewust moet zijn van het feit dat zijn Heer hem ziet, en dat HijI alles kent wat hij verhult en onthult.
De geleerden hebben een voorbeeld gegeven van deze geweldige waarschuwing, een voorbeeld dat het abstracte begrijpelijk maakt. Zij zeiden: “Stel je een bloedvergietende koning voor die gekend is om mensen in grote aantallen te doden. Hij is heel machtig en streng in bestraffing. Naast hem staat een beul met aan zijn voeten een leren matje waarop mensen worden geëxecuteerd. In zijn hand heeft hij een zwaard waar het bloed nog van afdruipt. En om die koning heen zitten z'n dochters en vrouwen. Zou je dan denken dat iemand van de aanwezigen het in het hoofd zou halen om ook maar te proberen iets haraam (verboden) te doen met de vrouwen of dochters van de koning, terwijl hij zich hier bewust van is en naar hem kijkt? Nee! Natuurlijk niet. En AllahI komt het hoogste voorbeeld toe. Zeker, AllahI is veel en veel groter in Zijn observatie, en heeft veel en veel meer kennis dan die koning, en HijI is veel strenger, strikter en wreder met bestraffen. Zijn limieten op Zijn aarde zijn Zijn verboden. Als de bewoners van een land zouden weten dat de heerser van dat land 's ochtends bij het ontwaken alles zou weten wat zij 's nachts hebben gedaan, dan zouden ze slapen met angst in het hart, ze zouden zich van alle kwaad en zonden onthouden, uit vrees voor hem.
AllahI heeft duidelijk uitgedrukt wat de wijsheid is achter Zijn schepping, en dat het een test is om te zien
(…wie van hen het beste werk (verrichtte.) [Al-Kahf 18:7]
Ook verklaart HijI in het begin van Soerah Hoed:
(En Hij is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen in zes dagen (perioden) en Zijn Troon was op het water, om te beproeven wie van jullie de beste daden verricht.) [Hoed 11:7]
En Hij zei niet: “Wie van jullie de meeste daden verrichten." Hij verklaart in Soerah Al-Moelk:
(Degene Die de dood en het leven heeft geschapen om jullie te beproeven, (en te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde.) [Al-Moelk 67:2]
Deze twee verzen drukken dus duidelijk de bedoeling uit van Zijn verklaring:
(En Ik heb de djinn[27] en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden.) [Adh-Dhariyaat 51:56]
Want de wijsheid achter de schepping is deze test die wordt genoemd. Met deze test wilde (de Engel) Djibriel (Gabriël) u de mensheid het pad naar succes aantonen. Hij zei tegen de Profeet ﷺ: “…Vertel me, wat is Ihsaan?", alwetend dat het hier om de zaak gaat waarin mensen worden getest op de reden van hun bestaan en schepping.
Dus legde de Profeet ﷺ uit dat het pad van de Ihsaan de geweldige waarschuwing bevat die eerder werd genoemd. Hij antwoordde: “Het (Ihsaan) is om Allah te aanbidden alsof je Hem ziet, en als je hem niet ziet, (weet dan), dat Hij jou zeker ziet."[28]
Je kan dus bijna geen blad van de Qoer'aan omslaan, zonder dat je deze grote waarschuwing tegenkomt:
(En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert en Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsslagader.)…(Is er geen woord dat hij uit, of aan zijn zijde bevindt zich een waker die gereed is.) [Qaaf 50:16, 18]
(Wij zullen hen dan vertellen (wat zij hebben verricht), met kennis, en Wij waren niet afwezig.) [Al-'Araaf 7:7]
(En jij houdt je niet met een zaak bezig, en niets draag jij daarover van de Qoer'aan voor, en verrichten jullie geen werk, of Wij zijn over jullie Getuigen wanneer jullie daarin verdiept zijn. En jouw Heer ontgaat nog geen stofdeeltje op de aarde en (in) de hemel; en er is niets kleiners dan dat en niets groters, of het staat in een duidelijk Boek.) [Yoenes 10:61]
(Weet, zij (de huichelaars) wenden hun borst af om zich voor hem (Mohammed) te verbergen. Zelfs wanneer zij zich met hun kleren bedekken, weet Hij wat zij verbergen en wat zij openlijk doen. Voorwaar, Hij is Alwetend over wat er in de harten is.) [Hoed 11:5]
Gelijksoortige verzen zijn overal in de Qoer'aan te vinden.
De Geweldige Qoer'aan legt uit dat goede daden aan drie voorwaarden moeten voldoen. Wanneer één van deze drie voorwaarden niet vervuld is, dan zal degene die de daad uitvoert er op de Dag des Oordeels geen voordeel uit trekken.
· De Eerste: De daad moet in overeenstemming zijn met dat waar de Profeet ﷺ mee kwam (m.a.w. de Islam[29]), omdat Allah I zegt:
(En wat de Boodschapper jullie geeft, neem dat; maar wat hij jullie verbiedt, onthoud jullie daarvan.) [Al-Hashr 59:7]
(Wie de Boodschapper gehoorzaamt, hij gehoorzaamt waarlijk Allah.) [An-Nisaa 4:80]
(Zeg (O Mohammed): “Als jullie van Allah houden, volg mij dan.) [Aali 'Imraan 3:31)
( Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden, die hun een godsdienst hebben voorgeschreven welke Allah verboden heeft?) [Ash-Shoera 42:21]
(Zeg: “Heeft Allah jullie (daarvoor) toestemming gegeven? Of verzinnen jullie leugens over Allah?") [Yoenes 10:59]
· De tweede: Het (verrichten van de daad) moet oprecht voor Allah I zijn, want Hij verklaart:
(En daarin werd hun slechts geboden Allah te aanbidden, oprecht zijnde in gehoorzaamheid jegens Hem.) [Al-Bayyinah 98:5]
(Zeg: “Voorwaar, ik ben bevolen om Allah te aanbidden, Hem zuiver aanbiddend. En ik ben bevolen om de eerste van de Moslims te zijn." Zeg: Voorwaar, ik vrees, als ik mijn Heer ongehoorzaam ben, een bestraffing op een geweldige Dag." Zeg: “Allah is het Die ik aanbid, Hem zuiver aanbiddend. Aanbid dan maar naast Hem wat jullie willen.") [Az-Zoemar: 39:11-15]
· De derde: Dat het (verrichten van de daad) gebouwd moet zijn op de funderingen van de correcte aqiedah (religieuze overtuiging), want de daden zijn als het dak, terwijl de aqiedah als de fundering is. AllahI zegt:
(En degene die goede daden verrichtte en een gelovige was, hoeft niet bang te zijn voor onrecht of verlies.) [Ta Ha 20:112]
Hij heeft dat (d.w.z. het verrichten van goede daden) afhankelijk gemaakt van het geloof door Zijn woorden (en een gelovige was). Terwijl hij verklaart m.b.t. de ongelovige:
(En Wij wenden Ons tot de daden die zij hebben verricht en Wij maken die tot verstrooid stof.) [Al-Foerqaan 25:23]
De Almachtige zei tevens:
(Zij zijn degenen voor wie er in het hiernamaals niets dan de Hel is, en vruchteloos is wat zij daarin (op aarde) verrichtten. En wat zij plachten te doen is verloren gegaan.) [Hoed 11:16]
Hieromtrent zijn er nog veel gelijkaardige verzen.
Waarlijk, de Qoer'aan bevestigt op expliciete wijze dat het regeren met iets anders dan de Shariah onmiskenbare koefr (ongeloof) is en een vorm van shirk[31]. Toen sheytaan (Satan) de ongelovigen van Mekka aanzette om onze Profeetr te vragen over het schaap dat sterft, zeggende 'wie doodde het?' Antwoordde hij: “Allah doodde het." Toen zette hij (sheytaan) hen aan om tegen de Profeetr te zeggen: 'Wat jij met je eigen handen slacht is halal (wettig), maar wat Allah slacht met Zijn prachtige hand is haraam (onwettig)? Dan ben jij dus beter dan Allah!'[32]Daarop openbaarde AllahI:
(En voorwaar, de Satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zijn jullie zeker veelgodenaanbidders.) [Al-An'aam 6:121]
Daarnaast begint de zin ( dan zijn jullie zeker veelgodenaanbidders) niet met de letter (ف) (wat een gevolg uitdrukt) maar de letter (ل ) (die wordt gebruikt om te zweren). In dit nobele vers zweert AllahI dus, dat eenieder die sheytaan gehoorzaamt en een kadaver wettig verklaart, werkelijk een moeshrik (polytheïst of veelgodenaanbidder) is. Dit is shirk akbar (grote afgoderij) en de Moslims zeggen eenstemmig dat iemand hierdoor uit zijn religie treedt. AllahI zal op de Dag des Oordeels degene die zich hier schuldig aan maakte serieus berispen. Hij I zei:
(Heb ik jullie, O kinderen van Adam, niet opgedragen om de Satan niet te dienen? Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand. En aanbid Mij: dat is het rechte Pad.) [Ya Sien: 36:60-61]
Ook zegt Allah over Zijn khaliel (boezemvriend Ibrahiemu):
(O mijn vader, gehoorzaam de Satan niet.) [Maryam 19:44]
D.w.z. gehoorzaam hem niet in zijn wettig verklaren van koefr en zonde. En AllahI zegt:
(Zij aanbidden naast Hem slechts afgodsbeelden en zij aanbidden slechts de opstandige Satan.) [An-Nisaa 4:117]
Met andere woorden, zij aanbidden slechts sheytaan, door zijn Shariah te gehoorzamen. En Allah zegt:
(En zo deden hun partners/leiders (sheyatien/duivels) het doden van hun kinderen voor velen van de veelgodenaanbidders mooi toeschijnen.) [Al-An'aam 6:137]
Allah noemde hen dus partners doordat ze hen gehoorzaamden, en AllahI ongehoorzaam waren in Zijn verbod om kinderen om te brengen.
Toen 'Adiyy ibn Hatimy[33] de Profeetr vroeg over het vers:
(Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen…) [At-Taubah 9:31]
Antwoordde hij hem “hen als heren nemen", betekent hen te gehoorzamen wanneer zij zaken onwettig verklaren die AllahI wettig maakte, en zaken wettig maakten wat AllahI onwettig[34] heeft gemaakt, en er bestaan geen meningsverschillen over deze zaak.
(Heb jij degenen niet gezien die dachten dat zij geloofden in wat aan jou geopenbaard is en in wat er voor jou geopenbaard is? Zij willen volgens de taghoet berechten, hoewel hen toch bevolen was er niet in te geloven. En het is zo dat de Satan hen ver weg wil doen afdwalen.) [An-Nisaa 4:60]
(En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen (kafiroen).) [Al-Maaïdah 5:44]
(“Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het gedetailleerde Boek (de Qoer'aan) tot jullie heeft neergezonden?" En degenen aan wie Wij de Heilige Schriften hebben gegeven weten dat het een neerzending met de Waarheid van jouw Heer is. Behoor dus zeker niet tot de twijfelaars.) [Al-An'aam 6:114]
(En het Woord van jouw Heer is tot voltooiing gekomen in waarachtigheid en rechtvaardigheid. Niemand kan Zijn Woorden veranderen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.) [Al-An'aam 6:115]
In dit vers verwijst het woord 'waarachtigheid' naar de waarachtigheid van (wat Hij neerzendt als) informatie, terwijl het woord 'rechtvaardigheid' naar de rechtvaardigheid van de wetten (shariah) verwijst.
(Zoeken zij dan de wet van onwetendheid[35]? En wie is er beter dan Allah in het oordelen over het overtuigde volk?) [Al-Maaïdah 5:50]
Waarlijk, de Qoer'aan heeft deze kwestie uitgebreid behandeld en verduidelijkt. Kijk eens naar wat Allah ﷺ de heerser opdraagt m.b.t. zijn volk:
(En wees bescheiden en nederig tegenover de gelovigen die jou volgen.) [Ash-Shoe'araa 26:215]
(En het was dankzij de Barmhartigheid van Allah dat jij zacht met hen was en als je streng en hardvochtig was geweest, dan waren zij rondom jou uiteengegaan. Vergeef hen dus (hun fouten) en vraag vergeving voor hen (bij Allahr) en raadpleeg hen bij de zaken.) [Aali 'Imraan 3:159]
Kijk ook naar wat Allah ﷺ de hele maatschappij vraagt te doen naar hun heersers toe:
(O jullie gelovigen, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en degenen onder jullie die met gezag bekleed zijn.) [An-Nisaa 3:59]
Kijk verder naar wat Allah ﷺ de man opdraagt in zijn eigen kring te doen, met zijn kinderen en echtgenote:
(O jullie die geloven, behoed jezelf en jullie gezinsleden voor de Hel, die als brandstof mensen en stenen heeft, waarover strenge en hard optredende Engelen zijn aangesteld, die Allah niet ongehoorzaam zijn in wat Hij hun beveelt, en die uitvoeren wat hun is bevolen.) [At-Tahriem 66:6]
En kijk nog eens hoe AllahI de mensen aanmaant op te passen en resoluut te zijn binnen hun privéomgeving. En als de moslim iets incorrects opmerkt, moet hij vergeven. Dus, Allah I beval ons eerst resoluut en voorzichtig te zijn, en daarna om te vergeven:
( Jullie die geloven! Onder jullie vrouwen en jullie kinderen zijn er die jullie tot vijand zijn. Hoedt jullie dus voor hen, maar als jullie het niet aanrekenen, het kwijtschelden en vergeven, dan is Allah vergevend en barmhartig.)[At-Taghaaboen 64:14]
En kijk eens hoe Allah ﷺ de individuen van een maatschappij opdraagt samen te werken:
( Allah gebiedt rechtvaardig te handelen, goed te doen en aan de verwanten giften te geven en Hij verbiedt wat gruwelijk, verwerpelijk en gewelddadig is. Hij spoort jullie aan; misschien laten jullie je vermanen.) [An-Nahl 16:90]
(O jullie die geloven, vermijd de meest kwade vermoedens. Voorwaar, een deel van de kwade vermoedens zijn zonden. En bespioneer elkaar niet en spreek geen kwaad over elkaar in elkaars afwezigheid.) [Al-Hoedjoeraat 49:12]
(O jullie die geloven, laat een volk niet een ander volk beledigen, het kan zijn dat zij (die beledigd worden) beter zijn dan hen; en laat sommige vrouwen geen andere vrouwen beledigen, het kan zijn dat zij beter zijn dan hen. En hoon elkaar niet, en belaster elkaar niet met bijnamen. De slechtste naam is de verdorven (naam), na het geloof (ontvangen te hebben). En wie geen berouw toont: zij zijn de onrechtplegers.) [Al-Hoedjoeraat 49:11]
(… sta elkaar bij in vroomheid en godvrezendheid en sta elkaar niet bij in zonde en overtreding.) [Al-Maaïdah 5:2]
Allah ﷺ zegt:
(Voorwaar, de gelovigen zijn elkaars broeders…) [Al-Hoedjoeraat 49:10]
(…en hun zaken in onderling overleg beslissen…) [Ash-Shoera 42:38]
En zo zijn er veel gelijkaardige verzen. Binnen de gemeenschap is werkelijk niemand gevrijwaard tegen de vijandigheid en de haat, van zowel mensen als de djinn;
(dit komt uit een gedicht):
De mens zal altijd tegenwerking ondervinden,
zelfs al zou hij zich op een bergtop isoleren
Iedereen heeft een remedie en oplossing nodig voor deze algemeen verspreide ziekte waar de mensheid mee wordt geteisterd. Daarom maakte AllahI op drie plaatsen in de Qoer'aan duidelijk wat de vereiste remedie is door te stellen dat de persoon (d.w.z. het slachtoffer) zich moet afwenden van de mishandeling (die hij ondergaat) en het slechte met goedheid moet beantwoorden. Er is geen remedie tegen het slechte van de duivels van de djinn, behalve door toevlucht te zoeken bij Allah ﷺ tegen hun kwaad.
· De eerste plaats (waar Allah de remedie duidelijk maakte) bevindt zich aan het eind van Soerah Al-A'raaf, wanneer Hij de mens beveelt:
(Aanvaard de verontschuldiging en roep op tot het behoorlijke en wend je af van de onwetenden.) [Al-A'raaf 7:199]
En in een gelijkaardige context, maar met betrekking tot de duivels van de djinn:
(En wanneer een influistering van de Satan jou ingefluisterd wordt, zoek dan je toevlucht bij Allah. Waarlijk, Hij is Alhorend, Alwetend.) [Al-A'raaf 7:200]
· De tweede plaats (waar Allah de remedie duidelijk maakte) bevindt zich in Soerah Al-Moe-minoen waar Allah I verklaart:
(Weer het slechte af met het beste. Wij weten het best wat zij zeggen.) [Al-Moe-minoen 23:96]
En wat betreft zijn (de mens zijn) tegenhanger (de djinn):
(En zeg: “Mijn Heer, ik zoek mijn toevlucht bij ﷻ tegen de influisteringen van de satans. En ik zoek mijn toevlucht bij ﷻ zodat zij niet bij mij komen.") [Al-Moe-minoen 23:97-98]
· De derde plaats (waar Allah de remedie duidelijk maakte) bevindt zich in Soerah Foessilat waar AllahI expliciet verklaart dat de hemelse remedie de Satanische ziekte weghaalt. Hij voegde eraan toe dat deze hemelse remedie niet aan iedereen gegeven is, maar slechts aan de bezitter van grootsheid en grote zegeningen (van nobele manieren). AllahI zegt:
(…beantwoord(het kwade) met wat beter is, dan zal degene met wie je in vijandschap leefde als een oprechte vriend worden. Maar dit wordt slechts gegeven aan degenen die geduldig zijn en dit wordt slechts gegeven aan de bezitter van een geweldige zegening (van nobele manieren).) [Foessilat 41:34-35]
En wat zijn tegenhanger (de djinn) betreft:
(En wanneer een verzoeking van de Satan jou treft, zoek dan je toevlucht bij Allah: voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alwetende.) [Foessilat 41:36]
AllahI verduidelijkt dat deze vriendelijkheid speciaal voor de Moslims is, en is niet van toepassing op de koeffaar:
(…Allah zal een volk nemen waar Hij van houdt en dat van Hem houdt, dat zachtmoedig is tegenover de gelovigen en streng tegenover de ongelovigen…) [Al-Maaïdah 5:54]
(Mohammed is de Boodschapper van Allah en degenen die met hem zijn, zijn streng tegenover de ongelovigen, maar onderling barmhartig.) [Al-Fath 48:29]
(O Profeet, bestrijd de ongelovigen en de huichelaars en treed hard tegen hen op.)[At-Taubah 9:73][36]
Strengheid op een moment dat vriendelijkheid vereist is, is dom en onverstandig. Anderzijds is vriendelijkheid vertonen op een moment dat strengheid vereist is, een teken van zwakte en krachteloosheid, zoals een dichter het zei:
Als wordt gezegd tolerantie, zeg dan voor tolerantie is plaats,
En misplaatste tolerantie van jongeren is onwetendheid.
De Qoer'aan heeft de grondslag gelegd van de economie. Alle aspecten van de economie vallen onder deze grondslag. Dit omdat deze aspecten allemaal om twee basisconcepten draaien.
· Het eerste: Een juist perspectief betreffende de manier waarop men geld verdient.
· Het tweede: Een juist perspectief betreffende de manier waarop men geld uitgeeft en aan wat men het uitgeeft.
Kijk dus eens hoe AllahI in Zijn Boek (de Qoer'aan) manieren onthulde om geld te verdienen die geschikt zijn voor het behoud van zowel eer als religie. Hij toonde de weg toen Hij zei:
(En wanneer het gebed is beëindigd, verspreid jullie dan op de aarde en zoek de gulheid van Allah, en gedenk Allah veelvuldig. Hopelijk zullen jullie welslagen.) [Al-Djoemoe'ah 62:10]
(…en anderen die door het land reizen, zoekend naar de gulheid van Allah) [Al-Moezzammil 73:20]
(Er rust geen zonde op jullie als jullie (tijdens de Hadj) de gulheid van jullie Heer zoeken.)[Al-Baqarah 2:198]
(…(eet) slechts door handel met wederzijdse overeenstemming.) [An-Nisaa 4:29]
(Maar Allah heeft de handel toegestaan…) [Al-Baqarah 2:275]
(Eet dan van wat jullie aan oorlogsbuit hebben genomen, het is toegestaan en goed…) [Al-Anfaal 8:69]
Hiernaast bestaan er nog veel andere (bewijzen).
Kijk verder naar hoe AllahI opdraagt om met mate uit te geven:
(En maak je hand niet vastgebonden aan je nek, en strek je hand ook niet helemaal uit…) [Al-Israa 17:29][37]
(En degenen die, wanneer zij besteden, niet overdrijven en niet gierig zijn, maar daartussen het juiste midden vinden.) [Al-Foerqaan 25:67]
(En zij vragen jou wat zij moeten besteden (aan liefdadigheid). Zeg: “Hetgeen wat in overvloed is (van het goede.")[Al-Baqarah 2:219]
Kijk dan naar hoe Allah I verbiedt om uit te geven aan onwettige zaken:
(Zij zullen deze (bezittingen blijven) besteden, maar daarna zullen deze een bron van spijt voor hen worden en uiteindelijk zullen zij worden verslagen.) [Al-Anfaal 8:36]
De Qoer'aan heeft de grondslag voor het politieke leven (in de samenleving) gelegd en heeft de eigenschappen ervan verduidelijkt alsook de manier van regeren. Het Arabische woord voor politiek “As-Siyaasah" komt van het werkwoord “saasa"- “yasoesoe" wat betekent: zaken regelen/reglementeren en onderhouden. As-Siyaasah bestaat uit twee onderdelen: buitenlands en binnenlands.
Wat de buitenlandse (politiek) betreft, deze is gebaseerd op twee pilaren:
· De eerste: voorbereiden van de nodige (militaire) macht om de vijand te onderdrukken en te overwinnen, AllahI zei m.b.t. deze pilaar:
(En breng wat jullie kunnen aan macht bij elkaar, om hen mee te bevechten, waaronder strijdrossen om daarmee de vijanden van Allah en jullie vijanden angst aan te jagen…) [Al-Anfaal 8:60]
· De tweede: Correcte, volledige eenheid, die deze macht omvat. AllahI verklaart:
(En houd jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allah en wees niet verdeeld.) [Aali 'Imraan 3:103]
HijI zei ook:
(…en twist niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt.) [Al-Anfaal 8:46]
De Qoer'aan geeft details over zaken die hieruit resulteren, zoals een tijdelijke wapenstilstand, een bestand, en, indien nodig, het beëindigen van overeenkomsten. AllahI zegt:
(Kom dan het verbond met hen na, tot het eind van de overeengekomen termijn.) [At-Taubah 9:4]
(Zolang zij oprecht blijven (zich aan hun contract houden), blijven jullie oprecht met hen.) [At-Taubah 9:7]
(En als jij verraad vreest van een volk, hef het (verbond) dan met wederzijdse duidelijkheid op.) [Al-Anfaal 8:58]
(En (dit is) een bekendmaking van Allah en Zijn Boodschapper aan de mensheid op de dag van de grote Bedevaart (al Hadj al Akbar) (inhoudende) dat Allah en Zijn Boodschapper niets te maken hebben met de veelgodenaanbidders. ) [At-Taubah 9:3]
Hij draagt ons op om op onze hoede te zijn, onszelf te beschermen tegen hun complotten en van het feit dat zij hun kansen grijpen. Hij zei:
(O jullie die geloven, neem jullie voorzorgsmaatregelen…) [An-Nisaa 4:71]
(…en laat hen hun voorzorgsmaatregelen treffen en hun wapens dragen. De ongelovigen verlangen ernaar dat jullie niet op jullie wapens en goederen letten…) [An-Nisaa 4:102]
En de Qoer'aan bevat nog heel wat andere gelijkaardige verzen.
Wat de binnenlandse politiek betreft, draaien alle zaken om het garanderen van de veiligheid en vrede binnen de maatschappij. Er moet een halt toegeroepen worden aan agressie, en (gestolen) zaken moeten teruggegeven worden aan de rechtmatige eigenaren.
De binnenlandse politiek hangt af van zes hoofdzaken:
· De eerste: De religie. De Shariah is er om deze religie te beschermen, en daarom zei de Boodschapperr: “Eenieder die zijn godsdienst (Islam) verandert, moet gedood worden.[38] Hierin ligt een vreselijke waarschuwing tegen veranderen of verlaten van de godsdienst.
· De tweede: Het leven. Allah heeft in de Qoer'aan Al-Qisaas[39] voorgeschreven om de mensenlevens te beschermen.
(En voor jullie is er in Qisaas leven…) [Al-Baqarah 2:179]
(…de Qisaas inzake doodslag is jullie verplicht) [Al-Baqarah 2:178]
(…en wie onrechtvaardig gedood wordt: Wij hebben zijn erfgenaam een bevoegdheid gegeven…) [Al-Israa 17:33]
· De derde: Het verstand en het intellect. De Qoer'aan kwam om ze te beschermen:
(O jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en verlotingspijlen zijn onreinheden die tot het werk van de Satan behoren, vermijd deze (zaken) dus. Hopelijk zullen jullie welslagen.) [Al-Maaïdah 5:90]
Ook wordt in een hadieth gezegd: “Alle bedwelmende middelen zijn haraam, dus wat in grote hoeveelheden haraam is, is ook in kleine hoeveelheden haraam."[40] Gezien de bescherming van het menselijk verstand en het intellect, is bestraffing van degene die alcohol drinkt, verplicht.
· De vierde: Familie en afkomst. Om dat te beschermen heeft AllahI straffen bepaald voor degenen die overspel of ontucht plegen.
(De ontuchtige vrouw en de ontuchtige man, sla hen ieder met honderd slagen.) [An-Noer 24:2][41]
· De vijfde: De eer. Om dat te beschermen, bepaalde Allah dat de lasteraar tachtig keer moet worden geslagen:
(En degenen die eerzame vrouwen beschuldigen (van ontucht) en vervolgens geen vier getuigen brengen: sla hen met tachtig slagen.) [An-Noer 24:4]
· De zesde: Het bezit en de rijkdom. Om dat te beschermen heeft AllahI bepaald dat de hand van een dief moet worden afgehakt:
(En de dief en de dievegge: houw (van ieder) hun hand af als een vergelding vanwege de misdaad die zij begingen, als een bestraffing van Allah.) [Al-Maaïdah 5:38]
Het wordt dus wel duidelijk dat het volgen van de Qoer'aan een garantie is voor het welzijn van iedere gemeenschap en zowel de binnen- als buitenlandse belangen vervult.
Deze kwestie verbaasde de Metgezelleny van Allah's boodschapper toen hij zich nog onder hen bevond. Hierop heeft Allah hemels advies gegeven in Zijn Boek om de verbazing hieromtrent weg te halen. Dit voorval vond plaats toen de Moslims van slag waren geraakt (door hun verlies) bij de Slag van Oehoed[42]. Ze zeiden: “Hoe is het mogelijk dat de polytheïsten ons overwinnen en ons domineren, terwijl wij de waarheid volgen en zij valsheid?!" Daarom antwoordde AllahI hun als volgt:
( Toen jullie in moeilijkheden verkeerden (bij de slag van Oehoed), zeker jullie hadden hen (de vijanden) al twee keer verslagen (bij Badr[43]),, zeiden jullie: "Waar komt dit (de tegenslag) vandaan?" Zeg:" Het komt door julliezelf." Voorzeker, Allah is over alles Almachtig.")[Aali 'Imraan 3:165]
Zijn woorden (Zeg: (O Mohammed) “Dat komt van jullie zelf.") verduidelijkt Hij verder:
(En voorzeker, Allah heeft Zijn belofte aan jullie vervuld toen jullie met Zijn toestemming jullie vijand gingen doden, totdat jullie versaagden, en met elkaar redetwistten over de opdracht en jullie gehoorzaamden (de Profeet) niet nadat hij jullie liet zien waarvan jullie hielden (overwinning). En er zijn er onder jullie die de wereld willen (die hun plaats verlieten) en onder jullie zijn er die het Hiernamaals willen (degenen die bleven). En toen leidde Hij jullie van de ongelovigen af, om jullie op de proef te stellen.) [Aali 'Imraan 3:152]
In dit hemels advies (deze verzen) verduidelijkte Allah dus dat de reden waarom de koeffaar over hen hebben kunnen domineren, aan henzelf te wijten is. Hun nederlaag was inderdaad te wijten aan het feit dat ze hadden geredetwist, waarna een aantal van hen de Boodschapper niet gehoorzaamden, op zoek naar werelds gewin. De nederlaag was te wijten aan de boogschutters die zich toen aan de voet van de berg bevonden. Zij moesten de koeffaar tegenhouden, zodat die de Moslims niet van achteren aan zouden kunnen vallen. Zij verlangden er echter naar om de ghanimah (de oorlogsbuit) te verzamelen toen ze zagen dat de ongelovigen zich aan het begin van de Slag terug begonnen te trekken. Zodoende veronachtzaamden zij het bevel van de Boodschapperr (om op hun post te blijven, ongeacht de situatie), uit verlangen naar wat werelds gewin.
Waarlijk, AllahI heeft in Zijn Boek (de Qoer'aan) verhelderd hoe deze zwakheid bestreden moet worden. Hij legde uit, dat wanneer Hij weet dat een dienaar de vereiste oprechtheid in zijn hart bezit, dit een oorzaak zal zijn voor de overwinning over degenen die sterker zijn dan hem. Toen AllahI de oprechtheid kende van degenen die de Eed van trouw van Ridwaan aflegden, prees Hij hun oprechtheid door te zeggen:
(Voorzeker, het welgevallen van Allah was met de gelovigen toen zij jou (O Mohammed) trouw zwoeren onder de boom (bekend als de Eed van Ridwaan tijdens het verdrag van Hoedaybiyyah[44]), en Hij wist wat in hun harten was.) [Al-Fath 48:18]
Verder verduidelijkte hij nog dat als gevolg van deze oprechtheid Hij hen kan laten doen wat zij nooit (zelf) hadden kunnen bereiken. HijI zei:
( En een andere overwinning, die jullie nog niet hebben kunnen behalen, maar Allah heeft deze in zijn hand; Allah heeft macht over alle dingen.) [Al-Fath 48:21]
Allah I verklaarde duidelijk dat zij het (d.w.z. de overwinning en de beloningen ervoor) nog niet konden behalen. Allah verklaarde ook dat de overwinning onder Zijn controle was, en hen (de moslims) in staat ging stellen om deze (overwinning) te behalen en om een oorlogsbuit te bemachtigen omdat Hij weet wat in hun harten is.
Het is ook met deze oprechtheid dat de Moslims zijn kunnen ontsnappen aan de ontzagwekkend grote militaire belegering die de koeffaar hadden opgelegd tijdens de ghazwah[45] van Al-Ahzaab (Al-Khandaq[46]), zoals vermeld word in Allah's woorden:
(Toen zij tot jullie kwamen, van boven jullie en van onder jullie en toen de ogen zich afwendden en de harten in de kelen schoten, en jullie (het slechte) over Allah veronderstelden. Daar werden de gelovigen beproefd en hevig geschokt.) [Al-Ahzaab 33:10-11]
De oplossing voor de Moslims om deze zwakte tegen te werken en om zich van deze militaire belegering te verlossen bevond zich in de oprechtheid. Ze werden gered door zich oprecht tot Allah I te wenden, en sterk geloof in Hem te hebben. AllahI zegt:
(En toen de gelovigen de bondgenoten (de vijand) zagen (rondom Medina), zeiden zij: “Dit is wat Allah en Zijn Boodschapper ons hebben beloofd," en Allah en Zijn Boodschapper hebben de waarheid gesproken. En het doet hun slechts toenemen in geloof en onderwerping.) [Al-Ahzaab 33:22]
In de volgende woorden van AllahI wordt het resultaat van deze oprechtheid zeer duidelijk:
( Maar Allah heeft hen die ongelovig zijn in hun woede teruggewezen zonder dat zij iets goeds bereikt hadden; Allah heeft de gelovigen voor het strijden gevrijwaard; Allah is sterk en machtig. En Allah liet degenen van de mensen van het Boek[47] die hen geholpen hadden uit hun verdedigingswerken afdalen en Hij heeft hun harten schrik aangejaagd zodat jullie een groep doodden en een groep gevangen namen. En Hij deed jullie hun land en hun huizen en hun bezittingen erven en een land dat jullie nog niet betreden hebben. En Allah is Almachtig over alle zaken.) [Al-Ahzaab 33:25-27]
AllahI hielp hen met de engelen en de wind, terwijl zij zich daar niet bewust van waren. Zoals AllahI zei:
(O jullie die geloven, gedenk de genade van Allah aan jullie, toen een leger tot jullie was gekomen. Wij zonden toen een (verwoestende) wind tegen hen en een leger (van Engelen) dat jullie niet zagen.) [Al-Ahzaab 33:9]
Dit voorval is een bewijs van de waarheid van de Islam; een kleine zwakke groep die zich aan de Islam vastklampte heeft een grotere en veel sterkere groep van ongelovigen kunnen verslaan. AllahI verklaart:
(Hoeveel kleine aantallen wonnen van grote aantallen, met het verlof van Allah. En Allah is met de geduldigen.)[Al-Baqarah 2:249]
Dankzij het teken van waarheidsgetrouwheid van de Islamitische godsdienst, noemde AllahI de dag van (de Slag van) Badr[48]een aayah (mirakel), een bayyinah (bewijs) en een foerqaan (onderscheid). HijI zei:
(Zeker, de veldslag van de twee legers, dat was een aayah (teken) voor jullie. Een groep vechtende op de weg van Allah en de andere (vechtende op de weg van Thagoet) waren de ongelovigen.)[Aali 'Imraan 3:13]
En dat was op de dag van Badr. AllahI zegt:
(…als jullie in Allah geloven en in wat Wij aan Onze dienaar hebben neergezonden op de dag van foerqaan (het onderscheid), de dag dat de twee legers elkaar troffen.) [Al-Anfaal 8:41]
En dat was op de dag van Badr. AllahI zegt:
(…zodat zij die sneuvelden vanwege een duidelijk bewijs (bayyinah) sneuvelden; en zodat zij die in leven bleven vanwege een duidelijk bewijs in leven bleven.) [Al-Anfaal 8:42]
En dat was op de dag van Badr, zoals een aantal geleerden hebben geconcludeerd.
Wanneer een kleine zwakke groep gelovigen een grote, sterke groep ongelovigen verslaat, dan is dat ongetwijfeld een indicatie dat zij zich op de waarheid bevinden, en dat het zeker Allah I was die hen als Enige hielp, net zoals Hij zei over de Slag van Badr:
(En voorzeker, Allah heeft jullie toch op (het slagveld van) Badr geholpen terwijl jullie zwakker waren…) [Aali 'Imraan 3:123]
En HijI verklaarde ook in de Qoer'aan:
((Gedenk) toen jouw Heer aan de Engelen openbaarde: “Voorwaar, Ik ben met jullie, versterk daarom degenen die geloven. Ik zal angst werpen in de harten van degenen die ongelovig zijn.) [Al-Anfaal 8:12]
De gelovigen zijn degenen aan wie AllahI de overwinning heeft beloofd. AllahI heeft verduidelijkt wat voor kenmerken ze bezaten, en onderscheidde hen daarbij van de anderen. HijI zei:
(En Allah zal zeker hen helpen die Hem (Zijn godsdienst) helpen. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Machtig.) [Al-Hadj 22:40]
HijI onderscheidde hen van anderen wat hun eigenschappen betreft, door te zeggen:
((Zij zijn) degenen (die Wij onze hulp beloven) die, als Wij hen macht geven op aarde, het gebed verrichten en de zakaat betalen, en het goede bevelen en het verwerpelijke verbieden. En het einde van alle zaken rust bij Allah.) [Al-Hadj 22:41]
Deze remedie waar we eerder over spraken, is ongetwijfeld de oplossing waarmee ze zich van deze militaire belegering konden ontdoen. AllahI zei in Soerah Al-Moenafiqoen (de hypocrieten) dat het ook een oplossing is tegen een economische blokkade. HijI verklaart:
(Zij zijn degenen die zeggen: “Geef geen bijdragen aan hen die met de Boodschapper van Allah zijn, zodat zij weglopen (van de Profeet).") [Al-Moenaafiqoen 63:7]
De hypocrieten wilden een economische blokkade aan de Moslims opleggen, en AllahI gaf aan, dat sterk geloof in Hem en zich oprecht tot Hem wenden, hier een verlossing van is. HijI verklaarde:
(Aan Allah behoren de schatten van de hemelen en de aarde, maar de huichelaars begrijpen het niet.) [Al-Moenaafiqoen 63:7]
Dit is zo omdat Hij I die de schatten van de hemelen en de aarde bezit, nooit iemand in de steek zal laten die zijn toevlucht bij Hem zoekt en Hem gehoorzaamt:
(En wie Allah vreest, zal Hij een oplossing geven. En Hij voorziet hem van waar hij het niet verwacht, en (voor) wie op Allah vertrouwt, is Hij voldoende.) [At-Tallaaq 65:2-3]
HijI maakte dat ook duidelijk in Zijn woorden:
(En als jullie armoede vrezen; Allah zal jullie rijk maken door Zijn gunst, als Hij het wil.) [At-Taubah 9:28]
AllahI verduidelijkte in Soerah Al-Hashr (de verzameling) dat de verdeling van de harten te wijten is aan een gebrek aan begrip en intelligentie. AllahI zei:
(Jullie denken dat zij eensgezind zijn, maar hun harten zijn verdeeld.)(Al-Hashr 59:14]
Vervolgens geeft HijI ons hier de reden voor:
( Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt.)[Al-Hashr 59:14]
De remedie tegen een zwak verstand bevindt zich in het onderricht dat gebaseerd is op het licht van de openbaring. Het licht (d.w.z. de kennis) van de openbaring geeft ons nu eenmaal voordelen die het verstand (op zich) ons niet kan onderwijzen. AllahI zegt:
(Is dan iemand die dood was en die Wij tot leven gebracht hebben en voor wie Wij een licht gemaakt hebben waarin hij onder de mensen wandelt als iemand die bijvoorbeeld in de duisternis is en er niet uit kan?)[An-An'aam 6:122]
In dit vers legt Allah I uit dat Hij met het licht van het geloof de dode persoon doet herleven, en het pad dat hij bewandelt, verlicht. AllahI zegt:
(Allah is de Helper van degenen die geloven, Hij brengt hen van de duisternis naar het licht.) [Al-Baqarah 2:257]
Hij zegt ook:
(Is hij dan, die voortkruipt met zijn gezicht over de grond (zonder te zien), beter geleid dan hij die rechtop op het Rechte Pad (van het Islamitische monotheïsme) loopt?) [Al-Moelk 67:22]
En er zijn vele andere vergelijkbare verzen.
Kort samengevat, er zijn drie types voordelen voor de mensheid, en waar de wetten van de wereld naar teruggaan:
· Ten eerste: Het kwaad vermijden. Dit principe – dat bij de geleerden van Oesoel[49] als de “noodzakelijke en verplichte (zaken)" bekend staat – houdt in dat de zes zaken die we eerder noemden, beschermd moeten worden (door ze te vrijwaren tegen schade): de religie, het leven, het verstand, het intellect, de afkomst, de eer en het bezit.
· Ten tweede: Het bereiken van welzijn. Dit principe – dat bij de geleerden bekendstaat als de “nodige (zaken)" – bezit de volgende onderverdelingen: zaken (doen), uitlenen/lenen en alle algemene transacties die betrekking hebben op het welzijn van de gemeenschap in overeenstemming met de Islamitische wet.
· Ten derde: Zich goed gedragen en het karakter verbeteren met rechtschapen manieren en door goede gewoontes aan te nemen.[50] Dit principe – dat bij de geleerden van Oesoel bekendstaat als de “verbeteringen en de vervolledigingen" (t.t.z. de completerende zaken) bezit de volgende onderverdelingen: de aangeboren menselijke kenmerken zoals het laten groeien van de baard en het kort knippen van de snor etc. Hierbij horen ook: Vuil en onreinheid uit de weg gaan (verwijderen), en het verplicht ondersteunen (financieel) van familieleden en de armen.
· Niets beschermt deze principes van welzijn zo goed dan de Islamitische godsdienst waar alles op de correcte manier en met wijsheid gebeurt.
(Alif Laam Raa. Dit is een Boek waarvan de verzen perfect zijn geplaatst en die vervolgens zijn uiteengezet, door (Allah) de Alwijze, de Alwetende.) [Hoed 11:1]
Mogen de Zegeningen van Allah met onze dierbare Profeet Mohammed zijn, met zijn familie en al zijn Metgezellen.
[1]Islamitische wet of jurisprudentie.
[2] Eén van de vier belangrijkste wetscholen (Hanafi, Maliki, Shafi'i en Hanbali), of nog preciezer, de afleidingsmethodologie van Islamitische regels volgens Imam Malik ibn Anas (rahimahullah).
[3]Uitlegkunde van de Qoer'aan.
[4]Verslagen van uitdrukkingen en daden van de Profeet Mohammed ﷺ
[5]Fundamentele bases van Islamitische jurisprudentie.
[6]Grammatica.
[7]Vormleer (taalkunde).
[8]Stijlleer (redekunst).
[9]Deze uitleg van de Qoer'aan is een grandioos meesterwerk.
[10]Dit boek handelt over de Islamitische Wetenschap van Oesoel Al-Fiqh (grondig onderzoek van het bewijs waarvan de Islamitische Wet is afgeleid, en het begrip van deze bewijzen, bijv. de Qoer'aan, de Soennah, Idjma'a, Qiyas, etc.)
[11]Dit boek behandelt Mantiq (op lege woordenpraal gebaseerde logica) wat onislamitisch is. Dit boek werd onderwezen op de universiteit van de College of Da'wah.
[12]Dit boek bespreekt die verzen in de Qoer'aan die tegenstrijdig lijken voor de gemiddelde persoon, en waarin de Sjeikh zaken die verkeerd kunnen worden begrepen, opheldert.
[13]Dit boek is een uitleg van een bekend gedicht waarin de wetenschap van Oesoel Al-Fiqh beschreven wordt.
[14]Nathr Al-Woeroed 'Ala Maraqi As-Soe'oed : 1/21.
[15]De hoogste officiële positie voor het geven van wettelijke uitspraken.
[16]Nathr Al-Woeroed 'Ala Maraqi As-Soe'oed : 1/21.
[17]Noot van de vertaler : Deze vorm van Tauhied verwijst specifiek naar de uniekheid van Allah's daden zoals scheppen, leven geven, het steunen en ondersteunen, etc.)
[18] Noot van de vertaler: Dit staat ook bekend als Tauhied Al-Ibaadah (aanbidding). Het verwijst naar de eenheid van Allah m.b.t. het feit dat alleen Hij wordt aanbeden.
[19] Er is geen god die het waard is te worden aanbeden" is de ontkenning, en “behalve Allah" is de bevestiging.
[20]Noot van de vertaler : At Taghoet verwijst naar iedereen die regeert met iets anders dan wat Allah wettelijk voorschreef (Sharia). Raadpleeg Sjeikh As-S'idi's Tafsier. Ook wordt er in andere tafsierboeken vermeld dat At-Taghoet de sjeitaan is, en/of alles dat buiten Allah I wordt aanbeden.
[21]Noot van de vertaler: Dit verwijst naar Allah's uniekheid en eenheid betreffende Zijn schone namen en sublieme eigenschappen.
[22]Noot van de vertaler: Dit is de ontkenning van alle eigenschappen van imperfectie van Allah I.
[23]Noot van de vertaler : Dit is de ontkenning van eigenschappen die Allah I of Zijn boodschapper ﷺ hebben bevestigd.
[24]Noot van de vertaler :Temthiel is het geloof dat de eigenschappen van Allah zoals de eigenschappen Zijn schepsels zijn, en/of omgekeerd.
[25]Noot van de vertaler : Dit is hetzelfde als Temthiel.
[26]Noot van de vertaler : Dit wordt in de volgende paragraaf uitgelegd.
[27]Voetnoot van de vertaler : Dit is een schepsel dat Allah I schiep van rookloos vuur en die, net als de mens, moet geloven in Allah I, in Zijn boodschappers, in de Qoer'aan en diens boodschap. Kortom, ze moeten ook moslim zijn!
[28]Moettafaqoen 'aleyhi : overgeleverd door beide Imaams, Al-Boekhari en Moeslim, in een hadieth van Aboe Hoerayrah. Al-Boekhari: Kitaab Al-Imaan; Baab soe'aal Djibriel An-Nabiy'An Al-Imaan (1/18). Moeslim: Kitaab Al-Imaan (1/36) hadieth # 8.
[29] In Boekhari : Kitaab As-Soelh ; Baabidhaistalahoe 'ala soelh djaur fa as-soelh mardoed (3/167), en Moeslim: Kitaab Al-Aqdiyah; Baab Naqd Al-Ahkaam Al-baatilah wa rad moehdathaat al-oemoer(3/1343) hadieth # 1718 van de hadieth van 'Aishah: “Eenieder die in onze zaak (de Islam) iets invoert dat het niet bevat, dan wordt het verworpen", en in een andere overlevering: “dat er niet toebehoort", en in Moeslims bewoording: “Eenieder die een daad verricht die niet in overeenkomst is met onze zaak (de Islam), dan zal deze daad worden verworpen."
[30] Noot van de vertaler : Wie dit onderwerp verder wil onderzoeken, kan zich wenden tot de exegese (verklarende verhandeling) van de verzen die hier betrekking op hebben, van Soerah Al-Maaïdah 5:42-50)
[31]Noot van de vertaler : Iets anders naast Allah I aanbidden, of iets wat specifiek Zijn recht of eigenschap is, aan een ander geven.
[32] Dit is een hadieth van Ibn 'Abbaas, overgeleverd door Aboe Dawoed: Kitaab Al-Adaahiy, 13 – Baab fi dhabaaih Ahl Al-Kitaab (3/245), hadieth # 2818. At-Tirmidhi: Kitaab tafsier Al-Qoer'aan; Baab (wa min Soerah Al-An'aam) (5/246), hadieth # 3069. An-Nisaï: Kitaab Ad-Dahaya; Baab ta'wiel qawl Allah “Walaata'koeloe mimmaa lam yadhkoer ismoellahi 'aleyhi" [Al-An'aam: 121], (7/237), hadieth # 4437, met tahqieq van Aboe Ghoeda. Ibn Maadjah: Kitaab Adhhabaaih; Baab At-Tasmiyah 'inda Adh-Dhabh (2/1059), hadieth # 3173.
[33]Noot van de vertaler: Dit is de nobele metgezel AboeTorif, 'Adiy ibn Hatim ibn 'Abdoellah Taa'ïey. Hij bekeerde zich van het Christendom tot de Islam in het 7e jaar van de Hidjrah en stierf in 67 H. Zijn vader stond zodanig bekend om zijn vrijgevigheid, dat er een uitdrukking bestond waarin hij werd aangehaald. Zijn biografie is te vinden in het boek van Imam Adh-Dhahabi SiyarA'laam An-Noeboelaa : 3/162-165.
[34]At-Tirmidhi :Kitaab tafsier Al-Qoer'aan; Baab (min soerah At-Taubah), (5/259) hadieth # 3095. Hij zei hierover: “Deze hadieth is gharieb."
[35]Noot van de vertaler: Hoekm Al-Djahiliyyah verwijst naar alle wetten die in tegenspraak zijn met de wetten waarmee Allah Zijn boodschapper heeft gestuurd. Alles wat dus niet islamitisch is. Raadpleeg Sjeikh As-Si'idi's tafsier.
[36]Noot van de vertaler : Dit betreft de koeffaar die in oorlog zijn met de Moslims, of bij onrechtmatig gedrag. De koeffaar die niet vijandig zijn, noch oorlog voeren tegen de Moslims moeten goed worden behandeld, want dat is volgens de leiding van de nobele Profeet ﷺ, in de hoop dat ze zich tot de Islam bekeren. Het bewijs hiervan kan worden gevonden in Soerah Al-Moemtahanah 60:8-9: (Allah verbiedt jullie niet om met degenen die jullie niet bestrijden vanwege de godsdienst, en die jullie niet uit jullie woonplaatsen verdrijven, goed en rechtvaardig om te gaan. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen. Allah verbiedt jullie wel degenen te bevrienden die jullie hebben bestreden vanwege de godsdienst, en die jullie hebben verdreven uit jullie woonplaatsen en die (anderen) hebben geholpen om jullie te verdrijven. En wie hen tot vriend neemt zijn degenen die de onrechtplegers zijn.) en in de sierah (biografie) van de geliefde Boodschapper ﷺ.
[37]Noot van de vertaler :Sjeikh As-S'idi zegt het volgende over deze aayah in zijn tafsier: (En maak je hand niet vastgebonden aan je nek)wil zeggen extreme hebzucht en gierigheid. En (en strek hem niet uit met volledige strekking…) wil zeggen dat je spendeert aan wat onnodig is, of meer dan nodig is.
[38]Overleverd door Ibn 'Abbaas. HadiethAl-Bukhari: Kitaab Al-Djihaad; Baab La Youadhdhab bi adhab Allah (4/21).
[39] Noot van de vertaler: Qisaas is de straf voor de crimineel die door de Qoer'aan en/of de Soennah wordt bepaald. Voor elke misdaad bestaat een specifieke bestraffing, die er het beste bij past.
[40]Ibn Madjah :Kitaab al-Ashribah ; Baab ma askara kathiroehoe fa qaliloehoe haraam (2/1124) hadieth # 3392. Het eerste deel van “Alle bedwelmende middelen zijn haraam" is moettafaqoen aleyhi van Aboe Moesa's hadieth. Al-Boekhari: Kitaab Al-Maghaazy; Baab b'itha Abi Moesa we Moeaadh ila Yaman qabl Hidjah Al-Wada'a (5/108). Moeslim: Kitaab Al-Ashribah; Baab bayananna koella moeskirin khamr wa anna koell khamr haraam (3/1585) hadieth # 2001.
[41]Noot van de vertaler : Wat mannelijke en vrouwelijke ontuchtplegers betreft (die geen maagd waren) is de voorgeschreven bestraffingen steniging tot de dood erop volgt, gezien het ernstig karakter van deze daad. Het bewijs hiervoor is de hadieth die zowel Imaam Al Boekhari als Moeslim hebben overgeleverd van Aboe Hoerayraht over het incident van de jongen die maagd was en ontucht pleegde met de echtgenote van zijn werkgever. De Profeet ﷺ beval toen dat de jongen honderd keer moest worden geslagen, en de vrouw gestenigd moest worden. Verder zijn er de ahadieth van de sahabi Ma'iz en sahabiyah Al-Ghamidiyyaht.
[42]Noot van de vertaler : Dit is de tweede Slag tussen de Profeet en de Qoeraish in het derde jaar na de Hidjrah (migratie van Mekka naar Medina) die plaatsvond aan de voet van de berg Oehoed in Medina. De Qoeraish zochten wraak voor hun verliezen in de eerste Slag die precies een jaar eerder plaatsvond in de maand ramadan.
[43]Noot van de vertaler : Dat was de eerste Slag die plaatshad tussen de Profeet en de Qoeraish in het tweede jaar na de Hidjrah.
[44]Noot van de vertaler : Dit is toen de Boodschapper ﷺ samen met de Sahabahy naar Mekka vertrok om de 'Oemrah te verrichten in het 6e jaar na de Hidjra, en de Qoeraish hun dat belette. Ze sloten een tijdelijk bestand, bekend als “Het bestand van Hoedaybiyyah". Dit was een grote overwinning voor de gelovigen, waarna de meeste Arabische stammen zich tot de Islam bekeerden. De eed van trouw van Ridwaan, vond plaats toen 'Oethmaan ibn 'Affaant als bemiddelaar voor de gelovigen naar Mekka werd gestuurd, en er een bericht terugkwam voor de Boodschapper ﷺ dat hij was vermoord. Hierop vroeg de Boodschapper ﷺ de Sahabah y om een eed van trouw te zweren om de Qoeraish tot de dood te bestrijden. Het bericht bleek echter vals te zijn, en hebben ze dus nooit gevochten.
[45]Noot van de vertaler : Letterlijk wil het zeggen een oorlog waarin de Boodschapper ﷺ in meedeed. Algemeen gezegd betekent het oorlog.
[46]Noot van de vertaler : Dit gebeurde in het 5e jaar na Hidjrah toen de joodse leiders tegen de Islam en de Moslims samenzwoeren, door de Arabische stammen te verzamelen in een oorlog tegen de gezegende stad Medina met haar Moslim inwoners. De koeffaar hadden 10.000 strijders, terwijl de Moslims slechts 3.000 waren. Zij blokkeerden de stad een maand lang tot Allah hen vernederd liet terugtrekken.
[47]Noot van de vertaler : Dit waren de joden van de Qoeraydhah stam, die in de stad Medina woonden, en die hun vredesverdrag verbroken toen ze met andere koeffaar samenzwoeren tegen de moslims, maar van binnenuit. Allah strafte hun voor hun verraad door hen de nederlaag te geven; hun strijders kregen de doodstraf en hun vrouwen en kinderen werden als oorlogsbuit genomen.
[48] Noot van de vertaler: Deze slag vond plaats in het 2e jaar Hidjrah in een plaats die Badr heette, en tussen Mekka en Medina was gelegen. Het was de eerste echte oorlog tussen de twee machten; de macht van het goede (de gelovigen) tegen de macht van het kwade (de ongelovigen van de Qoeraish). De moslims waren 300 in aantal en de koeffaar 1300, maar desondanks vernederde Allah I hun met een nederlaag. Veel van hun leiders sneuvelden (60) terwijl andere als krijgsgevangenen werden genomen (60).
[49]Noot van de vertaler: zie voetnoot nummer 5.
[50]Dit is in het algemeen, het omvat alle rechtschapen zaken, de zeden en de hygiëne die we vinden in het uitstekende voorbeeld van onze geliefde Boodschapper Mohammed.