Description
Dit boek, is een samenvatting van de islamitische leer door shaykh Mohammed Bin Saleh Al-Uthaymeen.
Andere vertalingen 40
Topics
Een uitleg van de Fundamenten van het Geloof.
Echter alle lof behoort tot Allah, wij zoeken toevlucht tot Hem, vragen Hem om vergiffenis, en ze tonen berouw aan Hem. En we zoeken toevlucht tot Allah tegen ons innerlijke kwade en onze kwade daden. Degenen die Allah leidt zal nooit misleid worden en degenen die Allah misleid wordt kan door niemand geleid worden. En ik getuig dat niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah de enige zonder deelgenoten. En ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en zijn boodschapper is vrede zij met hem en met zijn familie, zijn metgezellen en al degene die hen met uitmuntendheid volgen.
De kennis van tawhied is echter de edelmoedigste kennis en de noblest en eveneens de meest noodzakelijkste. Dit omdat het kennis is over Allah en over zijn Namen en Eigenschappen en ZIjn rechten ten aanzien van zijn dienaren.
En het is ook de sleutel richting Allah de meest Verhevene en de grondslagen van de sharia.
Daarom is er een unaniemiteit tussen de profeten om naar deze zaak uit te nodigen. Daarom zegt Allah: (En Wij hebben vóór jouw tijd geen gezant gezonden zonder dat Wij hem geopenbaard hebben dat er geen god is dan Ik, dient Mij dus)
En Hij heeft voor zichzelf een getuigenis van de Uniciteit afgelegd, eveneens Zijn engelen en geleerden getuigen zijn Uniciteit, Allah verklaart: '' God getuigt dat er geen god is dan Hij -- zo ook de engelen en zij die kennis bezitten. Hij is handhaver van de gerechtigheid. Er is geen god dan Hij, de machtige, de wijze.''
Aangezien dit de issue van de tawhied is, is het daarom verplicht voor een moslim om daar aandacht aan te besteden door het te leren, te onderrichten, daarover te reflecteren en geloven. Zodoende kan hij zijn religie op duurzame grondslagen baseren met voldaanheid en onderwerping, waardoor hij tevereden wordt met de vruchten en resultaten.
De religie Islam: is de religie die Allah heeft geopenbaard aan de Mohammed , Allah heeft met deze religie de laatste religie gemaakt en volledig gemaakt voor Zijn dienaren. Hij heeft voor hen hiermee ook Zijn gunsten vervolmaakt en als relgie uitverkoren. Derhalve aanvaardt Hij geen enkele andere religie buiten de Islam. Allah verklaart: ''Mohammed is de vader van geen enkele man uit jullie midden, maar hij is Gods gezant en het zegel van de profeten. En God is alwetend' ',
''Heden heb Ik jullie godsdienst voor jullie voltooid, Mijn genade aan jullie volledig bewezen en de Islaam [de overgave aan God] als godsdienst voor jullie goedgevonden.''.
''De godsdienst bij God is de Islaam''
“Wie iets anders dan de Islaam als godsdienst wenst, van hem zal het dan niet worden aanvaard. Hij behoort in het hiernamaals tot de verliezers.''
Allah de meest Verhevene verplicht alle mensen om Hem daarmee aan te bidden en Hij sprook ZIjn boodschapper als volgt: “Zeg: "O mensen, ik ben de gezant van God tot jullie allen, van Hem die de heerschappij over de hemelen en de aarde heeft. Er is geen god dan Hij. Hij geeft leven en laat sterven. Gelooft dan in God en Zijn gezant, de ongeletterde profeet die in God en Zijn woorden gelooft en volgt hem; misschien zullen jullie je de goede richting laten wijzen."
In sahih Moslim leverde Abu Huraira dat de profeet: “Bij Allah wiens ziel van Mohammed tussen Zijn handen ligt. Niemand van deze gemeenschap die over mij hoort, Jood of Christen en vervolgens sterft zonder te geloven in dit waarmee ik ben gezonden, hij behoort weliswaar tot de verliezers."
Het geloof in de profeet: Geloven in datgene waarmee hij gezonden is met een bevestiging en verklaring en niet zomaar bevestiging. Zodoende was Abu Talib geen gelovig in de profeet alhoewel hij de boodschap van de profeet bevestigd en dat de Islam de ware religie is.
De reiligie islam: omvat weliswaar alle goede zaken die de voorgaande religies bevat, maar de uniciteit van de islam is het feit dat het universeel in ruimte en tijd is. Allah sprook ZIjn boodschapper als volgt: '' En Wij hebben het boek met de waarheid naar jou neergezonden ter bevestiging van wat er voordien van het boek al was en om erover te waken"
Dat de Islaam geschikt is voor toepassing in elk tijdperk, elke plaats en door ieder volk wil zeggen: dat het vasthouden eraan niet de voordelen voor een volk wegneemt in welke tijd of plaats dan ook. Het is de Islaam echter, die de zaken voor hen juist correct maakt. En het wil ook niet zeggen dat het ondergeschikt raakt aan elke tijd, plaats of tijd – zoals sommige mensen onterecht denken
Dus betekent het geenszins dat religie onderschikt is aan tijd, ruimte en volk zoals een paar mensen dat willen.
De religie islam is de ware religie. Allah vrijwaart triomf voor degene die zich degelijk vasthouden aan de religie. Allah verklaart: “Hij is het die Zijn gezant met de leidraad en de ware godsdienst gezonden heeft om hem te laten zegevieren over de gehele godsdienst, ook al staat het de veelgodendienaars tegen."
Allah verklaart: “God heeft hun onder jullie die geloven en de deugdelijke daden doen toegezegd, dat Hij hen als opvolgers op de aarde laat komen zoals Hij hen die voor hen waren als opvolgers heeft laten komen en dat Hij voor hen hun godsdienst, die Hij voor hen goed bevonden heeft, een vaste plaats heeft gegeven en dat Hij hun in plaats van hun vrees veiligheid zal geven. Zij dienen Mij en zij voegen niets als metgezel aan Mij toe. Wie daarna nog ongelovig zijn, dat zijn de verdorvenen."
De religie islam bestaat uit geloofsleer en wetgeving die volledig is op beide vlakken:
1) De religie gebiedt het monotheisme (tawhied) en verbiedt polytheïsme (shirk) .
2) Het gebiedt om oprecht (assadiq) te zijn en verbiedt het liegen.
3) Het gebiedt om rechtvaardig te zijn en verbiedt onrechtvaardig te zijn.
4) Het gebiedt om vertrouwenswaardig te zijn en verbiedt bedrog.
5) Het gebiedt om eerlijk te zijn en verbiedt bedriegerij.
6) Het gebiedt ouders te gehoorzamen en verbiedt de ongehoorzaamheid van de ouders.
7) Het gebiedt om familiebanden te onderhouden en verbiedt de onderbreking ervan.
8) Het gebiedt om buren goed te behandelen en verbiedt hen schade te verbreken.
In het kort samengevat beveelt de Islaam alles wat goed is, van manieren tot aan moraal en verbiedt het alles wat slecht is. Zo ook beveelt het alle handelingen die rechtsschapen en goed zijn en verbiedt het alle handelingen die slecht en schadelijk zijn.
Kortom beveelt de islam om fatsoenslijk te zijn en verbiedt onfatsoenlijk te zijn. Het beveelt goede daden en vebiedt alle slechte daden. Allah zegt: “God gebiedt rechtvaardig te handelen, goed te doen en aan de verwanten giften te geven en Hij verbiedt wat gruwelijk, verwerpelijk en gewelddadig is. Hij spoort jullie aan; misschien laten jullie je vermanen.''
De pijlers van de islam zijn de fundamenten waarop de islam is gefundeerd en die zijn vijf in aantal zoals overgeleverd door Ibn 'Omar over de profeet: '' Islam is gefundeerd op vijf zaken: ''De eenheid van Allah en in een andere overlevering: De islam is gefundeerd op vijf fundamenten: “De getuigenis dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah en dat Mohammed Zijn boodschapper is, het verrichten van het gebed, het geven van de Zakaat, het vasten van de maand Ramadan en het verrichten van de Hadj.
Een persoon zei: De hadj vervolgens het vasten van de maand ramadan? Neen eerst het vasten van de ramadan vervolgens het verrichten van hadj. Zodoende heb ik de profeet horen zeggen. (overgeleverd door Boekhari en Moslim, maar de versie is van Moeslim).
1) De eerste is de getuigenis dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah en dat Mohammed Zijn boodschapper is. Dit betekent een sterk geuit geloof net alsof de individu de getuigenis van zijn geloof ziet. Het feit dat deze getuigenis die in feit in twee getuigenissen bestaat een grondslag van de islam is, is te danken aan het feit dat:
1.1) De boodschapper is de tussenpersoon van Allah, dus maakt onze getuigenis over de profeet als zijnde dienaar en boodschapper van God deel uit van de getuigenis dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah.
1.2) Dat de twee getuigenissen een fundering is voor geldige daden en aanvaarding daarvan. Omdat de daden niet geldig en niet aanvaarbare zijn mits ze niet met goede intentie voor Allah (ikhlaas) zijn gedaan en eveneens het volgen van Zijn profeet. Dankzij de ikhlaas realiseert zich de eerste deel van de getuigenis, namelijk het recht dat uitzondelijk Allah het recht aanbeden te worden. En door het volgen van de profeet van Allah realiseert zich de getuigenis dat Mohammed de dienaar en de boodschapper van Allah.
Vruchten die de getuigenis afwerpt zijn: Hart en ziel bevrijding van de afhankelijkheid van alles wat geschapen is en het bevrijden van het volgen van andere wegen dan die van boodschappers.
Twee: Het verrichten van het gebed betekent het vereren van Allah, door het op voorgeschreven tijdstippenen op een uitmuntend en volledige wijze te doen.
Vruchten die het gebed afwerpt zijn: innerljke rust, tevredenheid en afkeer van onfatsoenlijkheid en ondeugd.
Drie: Het geven van de zakaat betekent het vereren van Allah door het geven van het geschreven bedrag genomen uit de eigendommmen die onder zakaat goederen vallen.
Vruchten die de zakaat afwerpt zijn: het zuiveren van de ziel van onzedelijke gedragen zoals vrekkigheid en het bevredigen van de behoeften van de moslims.
Vier: het vasten van de maand Ramadan betekent het vereren Allah door zich te onthouden van alles dat het vasten tenietdoen.
Vruchten die het vasten van de maand Ramadan afwerpt zijn: Een oefening van de ziel teneinde de begeerte te temmen voor de tevredenheid van Allah.
Vijf: het verrichten van de Hadj betekent het vereren van Allah door het verrichten van de rituelen in Mekka.
Vruchten die de hadj afwerpt: Een oefening van de ziel om een financiële en fysieke opofferingen te doen voor Allah. Zodoende is Hadj een vorm van jihad omwille van Allah.
De voordelen die we al dan niet vermeld hebben aangaande deze grondbeginselen maakt van deze gemeenschap een zuivere en reine gemeenschap die Allah aanbidden met de ware religie. Deze religie eveneens behandelt de schepsels rechtvaardig en met oprechtheid, want de geldigheid van andere zaken van de islam hangen af van de geldigheid van deze grondslagen. De bevordering van de situatie van de oemmah hangt samen met de bevordering van haar Dien. De welvaart van de oemma neemt af, naarmate de bevordering van haar religie afneemt. En wie meer duidelijkheid vereist kan het volgende vers lezen: “Maar als de inwoners van de steden geloofd hadden en godvrezend geweest waren dan hadden Wij voor hen de zegeningen van de hemel en de aarde geopend. Maar zij betichtten van leugens en dus grepen Wij hen voor wat zij begaan hadden. Waar de inwoners van de steden zich er veilig voor dat Ons geweld 's nachts over hen komt terwijl zij slapen?"
Laat hem eveneens de geschiedenis onderzoeken, want uit de geschiedenis trekken mensen met inzicht leringen mits er geen belemmeringen is voor zijn hart en tot Allah zoeken we ons toevlucht.
De Islam zoals eerder vermeld bevat geloofsleer en wetgeving. Wij hebben dus al eerder gewezen naar bepaalde voorbeelden van de wetgeving en eveneens naar de pijlers van de Islam die als basis van de sharia wordt beschouwd.
De grondslagen van de islamitische geloofsleer zijn : Het geloof in Allah, in Zijn Engelen, in Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de laatste dag tenslotte Al-qadar (predestinatie) zowel in goede als in slechte tijden.
Deze grondslagen vindt men ook terug in de Qor'an als in de soenna van de profeet.
In de Qor'an lezen we het volgende: 'Vroomheid is niet dat jullie je gezichten naar het oosten en het westen wendt, maar vroom is wie gelooft in God, in de laatste dag, in de engelen, in het boek en in de profeten …''
Allah zegt over Al-qadar het volgende: “Wij hebben alles op maat geschapen. En Onze beschikking is slechts één [woord], als een oogwenk."
In de soenna antwoordde Djibriel (Gabriel) toen hij hem vragen stelde over de Imaan als volgt: “De Imaan impliceert het geloof in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken, Zijn boodschapper, de laatste dag tenslotte Al-qadar (predestinatie) zowel in goede als in slechte tijden." (Overgeleverd door Moeslim)
Het geloof in Allah impliceert vier zaken:
Eerst: Het geloof in de existentie van Allah
De bewijzen van de existentie van Allah:
1) Fitrah = natuurlijke aanleg
2) 'Aql = rede
3) Sharia = relgie
4) Alhis = empirisch
1: Het bewijs aangaande Zijn existentie op basis van een natuurlijke aanleg: Ieder individu is echter geschapen met a priori intuitie dat God bestaat. Niemand wijkt af van deze noodzakelijke natuurlijke aanleg, behalve degene waarvan een afkeer van het natuurlijk aanleg in zijn hart is opgetreden. De pofeet zei: “Ieder kind wordt geboren met de fitrah (natuurlijke aanleg om de eenheid van hun Heer te erkennen), het zijn zijn ouders die het later een Jood, Christen of een Magiër maken." (Boekhari)
2: Het bewijs aangaande Zijn existentie op basis van rede: Alle de schepsels hebben noodzakelijk een Schepper nodig, want niets kan uitzich tot bestaan worden gebracht, noch kan het per toeval bestaan. Deze schepselen kunnen onmogelijk uit zichzelf bestaan, want iets kan onmogelijk zichzelf maken. Omdat het voor zijn bestaan niet is, hoe kan het dus een schepper zijn.
Het kan ook niet toevallig bestaan, want elke evenement impliceert een veroorzaker. En omdat het bestaan ervan conform een indrukwekkend orde, een harmonieuze consistentie, coherent verband tussen oorzaak en gevolg, tussen alle objecten maakt dat het absoluut onmogelijk is dat het bestaan toevallig is. En vermits het bestaan geen orde kent, hoe kan het dan geleidelijk aan tot orde worden gebracht.
Indien deze schepselen noch zichzelf hebben geschapen noch toevallig tot het bestaan worden gebracht dan kan het niet anders dan dat die schepselen tot bestaan zijn gebracht en hij is Allah de Heer der Werelden.
Dit rationeel doorslaggevend bewijs staat eveneens vermeldt in de quran soerat At-Tur vers 35: “Of zijn zij door niets geschapen? Of zijn zij zelf de scheppers?"
Dit betekent dat ze noch zonder Schepper tot leven zijn gebracht, noch hebben zij zichzelf geschapen, dus is de Schepper Allah.
Daarom toen Djubeir ibn Muthum (die aanvankelijk geen moslims was) soerat At-Tur door de profeet heeft horen lezen en vervolgens het volgend vers: “Of zijn zij door niets geschapen? Of zijn zij zelf de scheppers?" las, zei hij: "Mijn hart stond op srpingen en dit was de eerste keer dat het geloof zich in mijn hart heeft gevestigd." (Boekhari)
Aan de hand van een voorbeeld wordt het duidelijk. Als bijvoorbeeld iemand je over een gigantisch paleis verteld omringd door tuinen met stromende rivieren, gemeubileerd met bedden, versierd met verschillende versieringen. Vervolgens zegt hij: “Dit uitstekend paleis heeft zichzelf gemaakt of is toevallig ontstaan. Je zou zonder meer dit ontkennen en verwerpen en vervolgens zijn redenering absurd vinden. Is het dus verantwoord teneinde dit universum met zijn uitgestrekte aarde, hemelen, planeten, omstandigheden en de gigantische orde heeft zichzelf tot bestaan gebracht of is toevallig ontstond.
3. Het religieus bewijs aangaande het bestaan van Allah:
Alle geopenbaarde boeken vermelden dit. Die openbaringen die voorschriften bevat met impliciete algemene belangen voor de schepsels is een bewijs dat ze afkomstig zijn van een Wijze Al-Wetende Heer over de belangen van zijn schepsels. Eveneens de informatie over het universum die vermeldt staat in de openbaringen die bevestigd wordt door de realiteit is een bewijs dat die boeken afkomstig zijn van een Almachtige Heer die in staat is om datgene dat vermeldt staat in de Boeken te realiseren.
4. Een empirisch bewijs voor het bestaan van Allah bestaat uit twee delen:
Ten eerste: we horen en constateren dat Allah gebeden verhoort en behoeftigen bijstaat.
Dit is een bewijs voor Zijn bestaan. Allah zegt: En [denk] aan Noeh, toen hij -- vroeger -- riep. Daarop verhoorden Wij hem en Wij redden hem en zijn familie uit de geweldige benardheid."
Hij zegt eveneens: “Toen jullie je Heer om hulp vroegen en Hij jullie verhoorde: "Ik versterk jullie met duizend engelen die achter elkaar aan komen."
In sahieh Al-Boechaarie staat dat Anas bin Maalik heeft gezegd:" Een bedoeïen ging de moskee binnen tijdens de preek van de profeet. Vervolgens riep de bedoeïen: “ O profeet onze eigendommen verdorven en onze kinderen zijn hongerig vraag Allah hulp voor ons. Daarna hief de profeet zijn handen en bad, waardoor de wolken zich verenigden en de baard van de profeet was doordrenkt met water voor dat de profeet zijn preekstoel verliet. De volgende vrijdag daagde dezelfde bedoeïen of een andere individu op: “O profeet de gebouwen zijn vernietigd en onze eigendommen overspoeld, vraag Allah hulp voor ons. Daarna hief de profeet zijn handen en bad en zei: O Allah rond ons en niet over ons. Vervolgens was er geen plaats waarnaar hij wees of het bloeide uit."
Het verhoren van het gebeden is tot vandaag de dag een feit mits men met oprecht zich tot Allah wijdt en de vereiste voorwaarden voor het verhoor vervult zijn.
Ten tweede: De tekenen van de profeten genaamd Mu'djizaat (wonderen) waarvan de mensen getuig zijn of waarover ze horen zijn een definitief bewijs voor het bestaan van God. Want het zijn zaken die buiten het vermogen van een mens vallen, die Allah ter ondersteuning van zijn profeet openbaart. Bijvoorbeeld de tekenen van Moessa toen Allah hem beval de zee met zijn staf te slaan. Daarna sloeg Moessa de zee waardoor het twaalf droge stromingen die gescheiden waren met hoeveelheid water ter hoogte van de bergen.
Allah zegt: “En Wij openbaarden aan Moesa: "Sla met jouw staf op de zee." Toen spleet zij en elke kant was als een geweldige berg."
Een tweede voorbeeld is het teken van 'Issa, namelijk opwekkingen uit de dood en uit hun graven met behulp van Allah. Hij zei: “Dat ik blindgeborenen en melaatsen zal genezen en doden levend maak, met Gods toestemming." En Hij zei ook: “…en toen jij doden met Mijn toestemming [uit het graf] tevoorschijn liet komen…"
Een derde voorbeeld is die van Mohammed toen de stam Qureish hem om een teken vroegen. Hij wees daarna naar de maan waardoor het in twee splitste waarvan de mensen getuige zijn. Daarom zegt Allah: “Het uur is nabijgekomen en de maan is gespleten. Maar als zij een teken zien wenden zij zich af en zeggen: "Voortdurende toverij."
Deze fysische tekenen die Allah openbaart ter ondersteuning van zijn profeten, is een definitief bewijs voor Zijn bestaan.
Dit betekent dat Hij de enige Heer die noch deelgenoten, noch helpers heeft.
De Heer is de enige die over de schepping, heerschappij en gebod beheerst. Daarom bestaat er geen schepper buiten Allah noch Heer behalve Hem noch heeft niemand de legimiteit over het Gebod. Hij de meeste Verhevene zegt: “…Behoren Hem de schepping en de ordening niet toe?" En Hij zegt ook: “Zij die jullie in plaats van Hem aanroepen hebben nog geen flintertje heerschappij."
Het is niet bekend dat iemand ooit de Heerschappij (Roeboebieyah) van Allah heeft ontkent behoudens een hoogmoedig iemand die niet gelooft wat hij zegt, zoals Farao tegen zijn volk zei: “hij zei: "Ik ben jullie hoogste heer." En:"Fir'aun zei: "Raad van voornaamsten, ik ken voor jullie geen god buiten mij."
Maar zijn (Farao) bevestiging maakt geen deel uit van de geloofsleer. Allah zei:" En zij verwierpen ze uit onrechtmatigheid en hovaardij, hoewel zij zelf overtuigd ware"
En zoals Allah het antwoord van Moessa tegen Fir'awn beschrijft: Deze zei: "Jij weet heel goed dat alleen de Heer van de hemelen en de aarde deze dingen als inzichtelijke bewijzen heeft neergezonden en ik denk echt, o Fir'aun dat jij ten ondergang gedoemd bent."
Daarom bevestigden de heidense Arabieren de Heerschappij van Allah terwijl ze Hem deelgenoten toekennen betreffende de aanbidding (Aloeloehiya). Allah zegt: “Zeg: "Van wie is de aarde en wat erop is, als jullie het weten?" Zij zullen zeggen: "Van God." Zeg: "Zullen jullie je dan niet laten vermanen?" Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de geweldige troon?" Zij zullen zeggen: "Van God." Zeg: "Zullen jullie dan niet godvrezend worden?" Zeg: "In wiens hand is de heerschappij over alles zodat hij bescherming geeft terwijl er tegen hem geen bescherming gegeven kan worden, als jullie het weten?" Zij zullen zeggen: "Van God." Zeg: "Hoe zijn jullie dan zo betoverd?" En de meeste Verhevene zegt ook: “Als jij hun vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen zeggen zij: "De machtige, de wetende heeft ze geschapene." En Hij zei: “En als jij hun vraagt wie hen geschapen heeft zeggen zij: "God." Hoe kunnen zij dan zo zijn afgeleid?''
Het gebod van Ar-rab (Heer) omvat zowel kosmologisch als moreel gebod. Het feit dat hij de Beheerder van het universum is Hij vrij te oordelen zoals Hij wil conform Zijn wijsheid. Hij is echter ook de Rechter over de wetgeving betreffende aanbiddingen (al'badaat) en de sociale handelingen (mu'amalaat) comform Zijn wijsheid.
Wie dus naast Allah een andere wetgever erkent betreffende aanbiddingen (al'badaat) en de sociale handelingen (mu'amalaat) heeft zonder meer deelgenoten toegekent aan Allah en heeft ook geen geloof gerealiseerd.
Dat ze Aaliha (godheden) worden genoemd geeft hen geen recht van Oeloehieyah. Allaah zegt, beschrijvende de heidense godheden als Al-Laat, Al-'Uzzaa, en Mennaat dat: “Het zijn slechts namen die jullie zo genaamd hebben, -jullie en jullie vaders, -voor hetgeen Allaah geen toestemming heeft nedergezonden." ( Soerat An-Najm53:23)
Namelijk dat Allah de Enige ware God is zonder deelgenoot. Alilah betekent ma'luh (verering) met andere woorden ma'bud (aanbiddingen) met liefde en verheerlijking. Allah zegt:" Jullie god is één god. Er is geen god dan Hij, de erbarmer, de barmhartige."
Hij zegt ook:" God getuigt dat er geen god is dan Hij -- zo ook de engelen en zij die kennis bezitten. Hij is handhaver van de gerechtigheid. Er is geen god dan Hij, de machtige, de wijze."
Dus al wat naast Allah aangebeden wordt is leugenachtig. Allah zegt ook: "Dat is zo omdat God de waarheid is en omdat wat zij buiten Hem aanroepen de valsheid is en omdat God de verhevene, de grote is."
Het noemen van deze zaken Aaliha geeft hen geen recht om aanbeden te worden, zoals Allah over Al-laat , All'uza en Almanaat zei: “Het zijn slechts namen die jullie en jullie vaderen gegeven hebben en waarvoor God geen enkele machtiging had neergezonden. Jullie volgen slechts vermoedens en wat jullie zelf graag willen, hoewel van jullie Heer de leidraad is gekomen."
Hij vertelt ons ook over het gesprek van Yusuf met zijn twee medegevangenen het volgende: “Jullie twee medegevangenen! Zijn verschillende heren beter of God, de Ene, de Albeheerser? Wat jullie in plaats van God dienen zijn alleen maar namen die jullie en jullie vaderen gegeven hebben waarvoor God geen enkele machtiging had neergezonden. Het oordeel komt alleen God toe. Hij beveelt dat jullie alleen Hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.''
Daarom zeiden alle boodschapper tegen hun volk het volgende: "Mijn volk! Dient God; jullie hebben geen andere god dan Hem."
De mushrikun weigerden immers en hebben dus anderen naast Allah als God genomen waardoor ze die naast Hem aanbidden en voor steun en hulp vragen.
Allah heeft de beweringen van de mushrikun over de aanbiddingen van andere Goden naast Allah teniet gedaan middels twee rationale argumenten:
Ten eerste: Is er geen enkel Goddelijke aspecten te bezien in datgene wat ze aanbidden. Ze zijn geschapen, maar kunnen niet scheppen en noch voorzien zij hun aanbidders met nut, noch kunnen zij hen beschermen van het kwade, noch kunnen zij hun doden. Ze beheersen niets in de hemelen en kennen Hem geen deelgenoten toe. Allah zegt: “En de gezant zegt: "Mijn Heer, mijn volk houdt deze Koran voor iets wat gemeden moet worden." Maar zij hebben zich in plaats van Hem goden genomen die zelf geschapen zijn, maar niets kunnen scheppen en die geen macht hebben om voor zichzelf tot nut of tot schade te zijn en die geen macht hebben over dood en leven, noch over herrijzenis."
Hij zegt ook:" Zeg: "Roept hen maar aan van wie jullie beweren dat zij naast God bestaan. Zij hebben geen greintje heerschappij in de hemelen, noch op de aarde. Zij hebben in geen van beide een aandeel en Hij heeft onder hen geen enkele helper." Bij Hem heeft de voorspraak ook geen nut, behalve voor wie Hij het toestaat."
Hij zegt ook: "Voegen zij dan [aan God] iets als metgezellen toe wat niets schept, maar die zelf geschapen zijn?"
Indien dit het geval is met die goden, dan is hun aanbidden naast Allah het domste wat men kan doen.
Ten tweede: “Die Moeshrikien waren doorgaans om toe te geven dat Allah de enig Heer is in Wiens hand de soevereiniteit van alles hoort. Hij beschermt, maar Hijzelf wordt niet beschermt.
En dit impliceert dat Hij alleen wordt aanbidden zoals men Hem alleen de heerschappij toekent. Allah zegt: “O mensen, dient jullie Heer die jullie en hen die er voor jullie waren geschapen heeft -- misschien zullen jullie godvrezend worden -- die voor jullie de aarde tot een rustbed heeft gemaakt en de hemel tot een gebouw en die uit de hemel water heeft laten neerdalen en daarmee vruchten heeft voortgebracht voor jullie levensonderhoud. Schrijft aan God geen gelijken toe, terwijl jullie beter weten."
Hij zegt ook: "En als jij hun vraagt wie hen geschapen heeft zeggen zij: "God." Hoe kunnen zij dan zo zijn afgeleid?''
Hij zegt eveneens: " Zeg: "Wie voorziet in jullie onderhoud vanuit de hemel en de aarde? Of wie heerst over horen en zien? En wie laat het levende uit het dode voortkomen en laat het dode uit het levende voortkomen? En wie regelt het bestuur?" Zij zullen zeggen: "God." Zeg: "Zullen jullie dan niet godvrezend worden?" Dat is God jullie Heer. Wat is er dan na de waarheid nog, behalve dwaling? Hoe kunnen jullie dan zo afgeleid worden?"
Namelijk het geloven in Zijn Namen en Eigenschappen, met andere woorden bevestigen wat Allah aan zichzelf heeft bevestigd in de Quran of via je de soenna van zijn boodschapper die Allah het best toekomt, zonder verdraaiing (tahrief), zonder ontkenning (ta'tiel). vergelijking (takjief), zonder gelijkstelling (tamtiel). Allah zegt: “God komen de mooiste namen toe. Roept Hem daarmee aan en laat hen maar die Zijn namen misbruiken; aan hen zal worden vergolden wat zij deden." Hij zegt eveneens: “Dat is gemakkelijk voor Hem. En Hem komt het hoogste voorbeeld toe in de hemelen en op de aarde; Hij is de machtige, de wijze." En Hij zegt eveneens: “Niets is aan Hem gelijk. Hij is de horende, de doorziende."
Twee groepen zijn fout betreffend deze zaak:
De eerste groep: Mu'tazilla (ontkenners), zij zijn degenen die de Namen en de Eigenschappen niet toekennen aan Allah omdat ze claimen dat het toekennen van die eigenschappen aan Allah een vorm van tashbieh (vergelijking) is. Met andere woorden de vergelijking van Allah met zijn schepping, maar deze bewering is onjuist voor twee redenen:
Ten eerste: Dit impliceert verkeerde implicaties zoals contradicties in Allahs woorden terwijl Allah voor Zichzelf namen en eigenschappen heeft bevestigd. Alhoewel Hij de gelijkenis met Hem ontkend. Indien de bevestiging van de namen en eigenschappen gelijkenis van Allah met Zijn scheppingen betekent, impliceert dit contradictie in Allahs woorden waardoor ze elkaar tegenspreken.
Ten tweede: Het is niet noodzakelijk wanneer twee zaken dezelfde namen dragen of dezelfde eigenschappen hebben dat ze in werkelijkheid ook hetzelfde zijn. We stellen bijvoorbeeld vast dat wanneer twee personen horend, ziende en sprekende mensen zijn, dat ze niet effectief hetzelfde zijn. We zien bijvoorbeeld ook dieren met handen, voeten en ogen, maar deze zaken impliceert niet dat effectief hetzelfde zijn in werkelijkheid.
Indien dit het onderscheid is tussen namen en eigenschappen van de schepselen des te meer voor het onderscheid tussen de Schepper en zijn schepselen.
De tweede groep: Mushabbiha (antropomorfisme), zijn degenen die de namen en de eigenschappen aan Allah toekennen met de gelijkenis aan Allah. Omdat ze claimen dat het antropomorfisme noodzakelijk is op grond van de betekenis van de teksten. Daar Allah zijn dienaren aanspreekt naargelang hun begripsvermogen. Maar dit is onjuist voor twee redenen:
Ten eerste: Allah vergelijken met Zijn scheppingen is een vals concept die rationeel en religieus verworpen wordt. Dus is het onmogelijk dat de Quran en de Soenna valse zaken impliceert.
Ten tweede: Allah spreekt de mensheid aan op basis van de grondbetekenissen van de Zijn namen en eigenschappen. Maar Allah is de enig die de essentie en de ware aard van de betekenissen van de namen en de eigenschappen kent. Indien dus Allah bevestigd dat Hij Al-Horende is, dan is het gehoor bekend vannuit de dimensie van haar grondbetekenis, namelijk het opnemen van de geluiden. Maar de ware aard van deze betekenis betreffende het horen van Allah is echter onbekend, want de essentie zelf van het gehoor verschilt eveneens onder de scheppingen. Dus is de onderscheid tussen het horen van de Schepper en de schepping veel groter en duidelijker.
Indien Allah over Zichzelf vermeld dat hij op Zijn troon zit (Istawa 'ala Al-'Arsh), dan is het zitten in termen van de grondbetekenis bekend, maar de essentie van het zitten van Allah is ons onbekend. Want de essentie van het zitten verschilt onder zijn schepsels. Daarom is het zitten op de stoel niet hetzelfde als het zitten op een zadel van een hardnekkige kameel die afkerig is. Als er dus een verschil is tussen zijn schepsels, dan is het verschil tussen de Schepper en Zijn schepsels groter en duidelijker.
Het geloof in Allah volgens de voorgaande uiteenzetting werpt voor een gelovige verschillende vruchten:
Ten eerste: De ware Tawhied impliceert dat men geen belang hecht aan andere zaken buiten de hoop, de vrees en de aanbidding van Allah,
Ten tweede: De volledige liefde van Allah en eveneens en Zijn verheerlijking zoals Zijn meeste schonen namen en sublieme eigenschappen dit impliceert.
Ten derde: Zijn ware aanbidding veronderstelt het doen wat Allah heeft opgdragen en het vermijden van wat Hij heeft verboden.
Het geloof in de Engelen
Engelen zijn onzichtbare wezens, die geschapen zijn om Allah aan te bidden, zij dragen geen goddelijke noch beschikken ze over een soevereiniteit. Allah heeft hen van licht geschapen en zij hebben zich volledige onderworpen aan Zijn geboden. Bovendien heeft Allah hen met kracht voorzien om die ten uitvoer te brengen. Allah zegt: “En wie er bij Hem zijn, zijn niet te trots om Hem te dienen noch worden zij er moe van. Zij lofprijzen 's nachts en overdag en zij verslappen niet.''
Ze zijn talrijk en alleen Allah kent hun exacte aantal. In sahih Bukhari en sahih Muslim vertelde Anas over het verhaal alma'raj (de nachtreis) dat de profeet Al Baïtoul Ma'mur (de bezochte huis) bezocht, waar zeventigduizend engelen dagelijks bidden. Wanneer ze dus het bezochte huis verlaten komen ze daar niet meer terug.
Het geloof in engelen impliceert vier punten:
1- Het geloof in hun bestaan.
2 Geloof in de engelen wiens namen gekend is, zoals Jibril [Gabriel] en we geloven in het algemeen in degene waarvan we hun namen niet kennen.
3. Het geloof in de kenmerken van de engelen die we kennen. Inderdaad, de profeet vertelde ons dat hij hem heeft gezien zoals hij geschapen is. Hij had zeshonderd vleugels die de hemel hebben bedekt.
Een engel kan zich voordoen in een gedaante van een mens op het bevel van Allah. Zoals dat gebeurde met Jibril wanneer Allah hem zonde naar Mariam waardoor hij verscheen voor haar als een perfecte man. En ook wanneer hij (Jibril) naar de profeet kwam, terwijl hij zat met zijn metgezellen. Hij (Jibril) kwam als een man met witte kleren, met pik zwart haar en zonder sporen van een reiziger en niemand onder de metgezellen kende hem. Daarna ging hij (Jibril) met de profeet zitten en hij drukte zijn knieën tegen de knieën van de profeet en hij legde zijn handen op de dijen van de profeet. Vervolgens vroeg hij de profeet informatie over de Islam, Aliman (geloof), Ihsaan (perfectie), het Uur (dag des oordelen) en de tekenen van het Uur. De profeet beantwoordde de vragen die hij kon beantwoorden en hij vertrok. Daarna zei de profeet: “Dit is Jibril. Hij kwam om jullie religie te leren."
Eveneens de engelen die Allah stuurde naar Ibrahim en Lot in een gedaante van een mens.
4. Geloof in de daden dat de engelen doen op het bevel van Allah, zoals de dag en nacht verheerlijking en de aanbidding van Allah zonder vermoeidheid of uitstel.
Sommige onder engelen kunnen bepaalde functies hebben:
- Zoals Jibril die verantwoordelijk is voor de openbaring. Allah zond hem met deze openbaring naar de profeten en boodschappers.
- Michael is verantwoordelijk voor regen en planten.
- Israfil is verantwoordelijk voor het blazen in de bazuin wanneer de tijd van de opstanding aankomt.
- De engel des dood, die verantwoordelijk is voor het nemen van de zielen op het moment van de dood.
- Malik, de hoeder van de hel.
- De engelen die verantwoordelijk zijn voor de foetus in de baarmoeder: Op de vierde maand van de zwangerschap stuurt Allah een engel naar de foetus met het bevel om zijn voorzienning voor te schrijven eveneens de duur van zijn leven, zijn daden en of hij al dan niet gelukkig of ongelukkig zal zijn.
- De engelen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de zoon van Adam: Ieder mens heeft twee engelen: één aan zijn rechterhand en de andere aan zijn linkerhand.
- De engelen die verantwoordelijk zijn voor de ondervraging van de dode in zijn graf. Zij ondervragen hem over zijn Heer, zijn religie en zijn profeet.
Het geloof in engelen brengt belangrijke voordelen voor de gelovigen, waaronder:
1- Kennis over de grootheid van God, Zijn macht en Zijn Heerschappij, want de grootheid van de schepping bewijst op de eerste plaats de grootheid van de Schepper.
2- Dankbaarheid aan Allah voor het zorgdragen voor de zoon van Adam, omdat Hij sommige engelen de taak gaf om de zonen van Adam te beschermingen.
3- De liefde van de engelen voor hun aanbidding van Allah.
Desondanks zijn er onder mensen die verkeerd zijn omdat ze ontkennen dat engelen geen lichaam hebben. Zij beweren dat engelen een uitdrukking is van een verborgen kracht. Maar dit is een ontkenning van het Koran, de Soenna van Zijn profeet en de consensus van de moslims.
Allah zegt: Lof zij God, de grondlegger van de hemelen en de aarde, die de engelen tot gezanten met vleugels gemaakt heeft, twee, drie of vier! Hij voegt aan de schepping toe wat Hij wil; God is almachtig.
“Als jij maar kon zien wanneer de engelen hen die ongelovig zijn wegnemen, terwijl zij hen op de gezichten en hun ruggen slaan: "Proeft de straf…."
''Als jij het maar kon zien wanneer de onrechtplegers in doodsstrijd verkeren terwijl de engelen hun handen naar hen uitstrekken: "Laat jullie zielen eruit!''
“En wanneer dan de vrees uit hun harten is weggenomen zeggen zij: "Wat heeft jullie Heer gezegd?" En dan zeggen zij: "De waarheid." Hij is de verhevene, de grote.''
''En de engelen zullen bij hen door elke poort binnenkomen:"Vrede zij met jullie omdat jullie geduldig hebben volhard." Dat is pas een goede uiteindelijke woning!''
In Sahih Albukhari van Abu Huraira, de profeet zei: "Als Allah van zijn dienaar houdt, informeerde Hij Jibril dat Hij van die dienaar houdt dus hou ook van hem." Daarna informeert Jibril de bewoners van de hemel dat Allah van die dienaar houdt, dus hou van hem waardoor de bewoners van de hemel van hem houden." Tenslotte legt Allah een zekere genegenheid voor de dienaar bij.
Eveneens in Sahih AlBukhari van de profeet zei: “Op vrijdag staan de engelen bij elke deur van de moskee. Zij schrijven de namen van aanwezigen. Wanneer de imam zijn preek aanvangt sluiten de engelen hun boeken om naar de imam te luisteren."
Deze teksten zijn duidelijk over het feit dat de engelen lichamen zijn, niet abstract krachten, zoals werd beweerd door hen die zijn afgeweken van het rechte pad. De moslims zijn het unaniem eens over wat blijkt uit deze teksten.
Deze teksten zijn duidelijk een bewijs dat engelen een lichaam hebben en dus geen abstract krachten zijn zoals men beweerd. Bovendien zijn de moslims het unaniem over de impliciteit van deze teksten.
Het geloof in de heilige boeken
Al Kitab (in het Arabisch) is het meervoud van kitab en betekent maktub ( “geschreven").
Hier betekent Alkitab het boek dat Allah geopenbaard heeft aan Zijn boodschapper uit barmhartigheid en leiding voor zijn creatuur. Zodat ze middels die boeken hun geluk kunnen bereiken in dit leven en in het hiernamaals.
Het geloof in boeken impliceert vier punten:
1- Geloven dat deze boeken degelijk een openbaring van Allah zijn.
2- Geloven in alle boeken waarvan we de namen kennen, zoals de Koran die geopenbaard is aan de profeet, de Torah die aan Moussa is geopenbaard, de Evangelie aan Jezus en de Psalmen aan David. Maar we geloven in het algemeen in boeken waarvan we de namen niet kennen.
3- Geloven in de ware berichten van de boeken, zoals de berichten van de Koran en de berichten van vorige authentieke openbaring.
4- Handelen naar de oordelen van de vorige openbaringen die niet geabrogeerd zijn. En zich tevreden stellen met die oordelen en daarin vertrouwen. Maar alle voorgaande openbaringen zijn geabrogeerd door deK. Allah zegt: “En Wij hebben het boek met de waarheid naar jou neergezonden ter bevestiging van wat er voordien van het boek al was en om erover te waken." Met andere woorden de Koran heeft een dominerende positie. Dus is het niet toegestaan om te handelen naar de voorschriften van de vorige openabring behalve wat door de Koran wordt bevestigd.
Het geloof in de boeken brengt belangrijke voordelen voor de gelovigen, waaronder:
1) Kennis over de aandacht dat Allah schenkt aan Zijn dienaren, omdat Hij naar ieder volk een openbaring waarin ze leiding kunnen vinden heeft gezonden.
2) Kennis over de wijsheid van Allah in zijn wetgeving, gezien het feit dat Hij voor ieder volk een adequate wetgeving heeft voorgeschreven. Allah zegt:" Voor een ieder van jullie hebben Wij een norm en een weg bepaald."
3) Zijn dankbaarheid getuigen voor de genade van Allah.
Het geloof in de profeten
De de boodschappers (Ar-Russul in het Arabisch) is het meervoud van Rassul betekenis Moersal, waarvan één die wordt gestuurd om iets te verkondigen betekent.
Arrussul (de boodschappers) is het meervoud van rassul en betekent het overbrengen van iets.
De betekenis hier is de persoon aan wie Allah de openbaring heeft gegeven en beval hem om het te verspreiden.
Allah zegt: “Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh en de profeten na hem geopenbaard hebben."
In Sahih AlBukhari door Anas ibn Malik in de hadieth van de voorspraak dat profeet het volgende heeft gezegd: “De mensen gaan naar Adam om te bemiddelen voor hen, maar hij verontschuldigde zich en hij raadde hen aan om naar Noah te gaan de eerste boodschapper die Allah heeft gestuurd. “Daarna citeerde hij de hele hadith".
Allah zei over Mohammed: "Mohammed is de vader van geen enkele man uit jullie midden, maar hij is Gods gezant en het zegel van de profeten. En God is alwetend."
Allah zond naar elke gemeenschap een boodschapper met een specifieke wetgeving of hij zond een profeet met de wetgeving van zijn voorganger om die toe te passen.
Hij zegt: “En Wij hebben toch in elke gemeenschap een gezant laten opstaan: "Dient God en vermijdt de Taghoet." , '' En er is geen gemeenschap of er is wel een waarschuwer geweest.", “Wij hebben de Taura neergezonden met een leidraad erin en een licht, waarmee de profeten die zich [aan God] overgeven oordeel vellen voor hen die het jodendom aanhangen."
Boodschappers zijn menselijke wezens die over geen enkele kenmerken van de heerschappij of goddelijkheid bezitten.
Allah zegt over Zijn profeet Mohammed, die is de belangrijkste en meest vooraanstaande boodschappers van Allah het volgende: “Zeg: "Ik heb geen macht om voor mijzelf tot nut of tot schade te zijn, afgezien van wat God wil. En als ik het verborgene zou kennen dan zou ik veel goeds verworven hebben en geen kwaad zou mij overkomen zijn. Ik ben slechts een waarschuwer en een verkondiger van goed nieuws voor mensen die geloven." , “Zeg: "Ik heb geen macht om jullie schade te berokkenen of tot een goede levenswandel te brengen."
Ze worden ook geconfronteerd met de wisselvalligheden van het aardse leven zoals andere mensen: ziekte, dood, de behoefte aan eten en drinken, etc. Abraham zegt over Zijn Heer: “Hij is het die mij spijzigt en te drinken geeft en wanneer ik ziek ben, dan geneest Hij mij en Hij is het die mij laat sterven en dan [weer] tot leven brengt."
De profeet zei: "Ik ben slechts een mens zoals jij; Ik vergeet zoals je vergeet en als ik vergeet, herinner me."
Allah beschrijft hun een sterke trouw aan Hem en Hij prees hen ook. Hij zei over Noach: “Hij was een dienaar die dank betuigt." En hij zegt over Mohammed: “Gezegend zij Hij die het reddend onderscheidingsmiddel tot Zijn dienaar heeft neergezonden, opdat hij voor de wereldbewoners een waarschuwer zou zijn."
Hij zegt over Abraham, Ishaq en Yaqub: “En denk aan Onze dienaren Ibrahiem, Ishaak en Ja'koeb die kracht en inzicht hadden. Wij hebben hen met iets bijzonders gekenmerkt: het denken aan de [laatste] woning."
Hij zei over 'Isa: “Hij is slechts een dienaar aan wie Wij genade geschonken hebben en die Wij tot een voorbeeld voor de Israëlieten hebben gemaakt."
Het geloof in de profeet impliceert vier punten:
1) Geloven dat hun boodschap de waarheid is die afkomstig is van Allah, één ieder die de boodschap van één van der profeten ontkent, ontkent de boodschap van alle boodschapper. Allah zegt: Het volk van Noeh betichtte de gezondenen van leugens.''
Dus beschouwde Allah hen als ontkenners van alle boodschappers, zelfs al waren ze geen tijdsgenoten van die profeten. Daarom zijn de christenen die Mohammed ontkennen en hem niet volgenden ook ontkenners van de Messias de zoon van Mariam en dus zijn ze ook geen volgelingen van hem. Vooral omdat hij hen de komst van Mohammed verkondigde. De betekenis van de verkondiging is om hen aan te tonen dat hij de boodschapper is om hen uit de duisternis te redden en hen de leiding te tonen.
2) Geloof in de profeten wiens namen gekend is, zoals Muhammad, Ibrahim (Abraham), Musa (Mozes), Isa (Jezus), Nuh (Noach) –vrede zij met hen allen- namen niet kennen. Deze vijf noemen uloel Al'Azm (begaafde vastberaden profeten). Allah noemde hen op twee plaatsen in de Koran, namelijk in soerat Al Ahzab: En toen Wij met de profeten de overeenkomst aangingen en ook met jou en met Noeh, Ibrahiem, Moesa en 'Isa, de zoon van Marjam" En soerat Asshu'ara: “Hij verordineert voor jullie van de godsdienst wat Hij aan Noeh had opgedragen en wat Wij aan jou geopenbaard hebben en wat Wij aan Ibrahiem, Moesa en 'Isa hadden opgedragen: Houdt de godsdienst in stand en splitst jullie daarin niet op in groepen."
En degenen wier we de namen niet weten, we geloven in hen in het algemeen. Allah zegt:" En Wij hebben al voor jouw tijd gezanten gezonden. Onder hen zijn er over wie Wij jou verteld hebben en onder hen zijn er over wie Wij jou niet verteld hebben"
3) Geloof in de authentieke informatie die ze hebben overgebracht.
4) Het handelen naar de noodzakelijkheid van de wetgeving van de boodschappers die naar ons zijn verzondenen, waaronder de profeet Mohammed de laatste boodschapper is die naar de gehele mensheid is gestuurd, Allah zegt: “Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas [echt] als zij jou tot scheidsrechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden."
Het geloof in de boeken brengt belangrijke voordelen voor de gelovigen, waaronder:
1) Kennis over de genade van Allah en zijn berzorgdheid over zijn dienaren, omdat Hij hen een boodschapper stuurde om hen te begeleiden naar de weg van Allah en hen laat zien hoe Allah te aanbidden inderdaad omdat de menselijke rede niet alleen toegang heeft tot dergelijke kennis
2) Allah dankbaar zijn voor deze immense zegen.
3) De liefde en respect voor de profeet met lofuiting over hen zoals dat hoort, omdat ze boodschappers van Allah zijn die Allah aanbidden en omdat zij Zijn boodschap hebben overgebracht om zijn dienaren te adviseren.
De rebellen hebben de boodschappers verloochenen. Ze beweren dat de boodschappers van Allah niet van menslijke aard zijn. Allah vermeldde deze claim en weerlegde het: “En wat de mensen verhinderde te geloven toen de leidraad tot hen kwam was alleen maar dat zij zeiden: "Heeft God dan een mens als gezant opgeroepen?"
Allah heeft deze bewering weerlegd door het feit dat een boodschapper een mens moet zijn omdat hij naar de bewoners van de aarde is gestuurd en zij zijn mensen. Als de bewoners van de aarde engelen waren, dan zou God engelen als boodschapper naar hen gestuurd hebben, om net als hen te zijn. Zodoende zegt Allah over degenen die de boodschappers ontkennen het volgende: “Jullie zijn slechts mensen zoals wij. Jullie willen ons afbrengen van wat onze vaderen gewoon waren te dienen. Brengt ons dan een duidelijke machtiging. Hun gezanten zeiden tot hen: "Wij zijn slechts mensen zoals jullie, maar God bewijst gunsten aan wie van Zijn dienaren Hij wil. En het komt ons niet toe jullie zonder Gods toestemming een machtiging te brengen."
Het geloof in de Laatste Dag
De laatste dag is dag van de opstanding, waarin de mensen zullen worden opgewekt voor rekening af te leggen en vergelding.
Deze dag is dus op deze manier aangewezen omdat er geen dag na die dag komt, omdat de bewoners van het paradijs, het paradijs binnentreden en de mensen van de hel, de hel zullen binnentreden.
Het geloof in de Laatste Dag heeft drie punten:
1) Het geloof in de opstanding: de opstanding van de doden klap toen de trompet voor een tweede keer. Mensen zullen dan staan voor de Heer van het Universum, op blote voeten, naakt en onbesneden lichaam
Het geloof in de opstanding. En dit is de opstanding van doden wanneer er in de bazuin voor de tweede keer wordt geblazen. Mensen zullen dan opstaan voor de Heer van het Universum op blote voeten, naakt. Allah zegt:" Zoals Wij de eerste schepping begonnen zijn zullen Wij haar herhalen. Dat is een toezegging waartoe Wij verplicht zijn. Wij doen het zeker!"
Wederopstanding is een onbetwistbare waarheid bewezen door de Koran, de Soennah en de consensus van de moslims. Allah zegt: “Daarna zullen jullie, nadat dat gebeurd is, sterven. Daarna zullen jullie op de opstandings dag opgewekt worden.''
De profeet zei: "Mensen zullen naakt en met blote voeten worden opgewekt op de Dag der Opstanding." (Overgeleverd door Boukhari en Muslim)
De moslims zijn het unaniem eens over het plaats vinden van deze dag. En dit is een logisch gevolg van de wijsheid, want Allah zal de wezens tot wederopstanding brengen waarin Hij hen zal belonen op basis van wat hij door Zijn boodschapper heeft gezonden. Allah zegt: “Daarna zullen jullie, nadat dat gebeurd is, sterven. Daarna zullen jullie op de opstandingsdag opgewekt worden."
en Hij zei tegen Zijn Profeet: “Hij die deze Koran voor jou tot een verplichting gemaakt heeft brengt jou terug naar een plaats van terugkomst."
2) Het geloof in het oordeel en beloning: De persoon zal worden geoordeeld op basis van zijn daden waardoor hij vervolgens beloond wordt. Dit wordt bewezen door de Koran, soennah en de consensus van de moslims.
Allah zegt: ''Is het verhaal van de bedekking tot jou gekomen?" , “Als iemand met een goede daad komt dan is er voor hem tien maal zoveel en als iemand met een slechte daad komt dan wordt hem slechts dienovereenkomstig vergolden en hun zal geen onrecht worden aangedaan.'' , '' En Wij zullen voor de opstandingsdag de eerlijke weegschalen opstellen en niemand zal in iets onrecht worden aangedaan. Al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen het brengen; Wij zijn als afrekenaar goed genoeg."
Volgens Ibn Umar, zei de profeet: “Allah benaderd de gelovigen om hen te dienen en te bedekken. En hij vertelt hem: “Beken je je fouten? En jij antwoordde: "Ja, mijn Heer tot hij al zijn fouten bekend waardoor hij denkt dat het zijn afgang zal zijn." Allah zegt tegen hem: "Ik heb je fouten bedekt hier in deze wereld, dus zal Ik ook vandaag u fouten bedekken en vergeven. Tot de ongelovigen en de hypocrieten zal Hij in tegenstelling van een moslim in het openbaar het volgende zeggen: “Deze mensen zijn degenen die onwaarheden vertelden over hun Heer, de vloek van Allah zal op de onrechtvaardigen rusten." (Overgeleverd door Boukhari en Muslim)
Het is ook vastgesteld dat de profeet zei:
Iedereen die de bedoeling heeft om een goede daad te doen en die daad effectief uitvoert, Allah zal het voor hem tien goede punten neer schrijven tot zevenhonderd punten en zelfs vermenigvuldigen. Maar wie de bedoeling om een slechte daad te doen en die effectief doet, Allah zal een slechte daad neer schrijven.
Moslims zijn het unaniem eens over het feit dat rekenschap op de dag des oordelen plaats zal vinden. Dit is de impliciete logica van de Goddelijke wijsheid, want Hij heeft de boodschappers gezonden en heeft de boeken neergezonden. Daarom beval Hij zijn dienaren om zijn boodschap te aanvaarden. Als er geen rekening of vergelding zou zijn dan is dit alles zinloos, maar dat is onbetamelijk voor onze Heer. Allah zegt: “En Wij zullen hen tot wie gezanten gezonden zijn ondervragen en Wij zullen de gezondenen ondervragen. Wij zullen op grond van kennis aan hen vertellen; Wij waren immers niet afwezig."
3) Het geloof in het paradijs en de hel, die de uiteindelijke en de eeuwige verblijfplaats van de wezens is.
Het paradijs is de vreugdevolle verblijfplaats die Allah heeft voorbereid voor de vrome gelovigen die in alles wat Allah heeft verplicht gemaakt gelooft. En die Allah en zijn boodschapper gehoorzamen met de zuivere intentie voor Allah en het volgen van zijn profeet. In het paradijs zijn er verschillende heerlijkheden die geen oog heeft gezien, noch een oor heeft gehoord, noch wat mens zich ooit kan voorstellen.
Allah zegt: “Maar zij die geloven en de deugdelijke daden doen, zij zijn het best af van de schepping. Als hun loon zijn er bij hun Heer de tuinen van 'Adn waar de rivieren onderdoor stromen; daarin zullen zij altijd blijven. God heeft een welgevallen aan hen en zij hebben een welgevallen aan Hem. Dat is voor wie zijn Heer vreest.'' En Allah zegt: ''En niemand weet wat voor vreugde voor hem verborgen is als beloning voor wat zij gedaan hebben."
De Hel is een verblijfplaats voor de straf die Allah voor onrechtvaardige ongelovigen die niet in Hem geloven en die Zijn boodschapper ongehoorzaam waren. In de hel bevindt zich verschillende straffen die het verstand zich niet kan voorstellen. Allah zegt: “En vreest het vuur dat voor de ongelovigen is klaargemaakt.'' En Hij zegt: ''En zeg: "De waarheid komt van jouw Heer vandaan." Wie het wenst, die moet dan geloven en wie het niet wenst, die moet maar ongelovig zijn. Wij hebben voor de onrechtplegers een vuur klaargemaakt dat hen van alle kanten omhult. En als zij om hulp vragen worden zij geholpen met water als gesmolten metaal dat de gezichten roostert. Dat is pas een slechte drank en het is een slechte rustplaats!" En Hij zij eveneens: “God heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een vuurgloed klaargemaakt, waarin zij voor immer en altijd zullen blijven; en zij zullen beschermer noch helper vinden."
Het geloof in de Laatste Dag bevat de volgende zaken:
Het geloof in alles wat er gebeurt na de dood, zoals:
1) Dit zijn vragen die aan doden worden gesteld in zijn graf over hun Heer, hun religie en hun profeten. Dan zal Allah de gelovigen bijstaan en hij (de gelovigen) zal zeggen: Mijn Heer is Allah, mijn religie is de islam en mijn profeet is Mohammed. Maar Allah laat de ongelovigen aan hun lot over waardoor hij “euh, euh, ik weet het niet zegt." De huichelaar zal zeggen:"Ik weet het niet, ik hoorde de mensen iets zeggen en ik zei het ook." (Overgeleverd door Boukhari en Muslim)
2) De kwellingen en de geneugten van het graf:
De kwellingen van het graf zijn voor onrechtvaardigers onder de huichelaars en de ongelovigen.
Wat de kwellingen van het graf betreft is voor de onrechtvaardiger zoals huichelaars en de ongelovigen.
Allah zegt: “ Als jij het maar kon zien wanneer de onrechtplegers in doodsstrijd verkeren terwijl de engelen hun handen naar hen uitstrekken: "Laat jullie zielen eruit! Vandaag krijgen jullie de bestraffing van de schande als vergelding voor het onware dat jullie altijd over God gezegd hebben en omdat jullie Zijn tekenen hoogmoedig afgewezen hebben."
Allah zei over Farao: "Het vuur, waaraan zij 's morgens en 's avonds worden blootgesteld. En op de dag dat het uur aanbreekt [zal gezegd worden]: "Laat de mensen van Fir'aun de zwaarste bestraffing binnengaan."
In Sahih Muslim van Zayd ibn Thabit, zei de profeet: “Indien ik niet zou vrezen dat jullie elkaar niet zouden begraven, dan zou ik Allah vragen dat Hij jullie de kwelling van het graf doet horen. Vervolgens draaide hij zijn gezicht naar ons en zei: “Zoek toevlucht bij Allah tegen de straf van het graf. De metgezellen zeiden: “Wij smeken Allah voor bescherming tegen de straf van de hel." De profeet: "Zoek toevlucht bij Allah tegen de straf van het graf." De metgezellen zeiden nogmaals: “Wij smeken Allah voor bescherming tegen de straf van het graf." De profeetzei nogmaals: "Zoek toevlucht bij Allah tegen zowel de manifeste opruiing als de verborgene en tegen de verleiding van de antichrist."
Maar wat de geneugten van het graf betreft die zijn uitzonderlijk voor de ware gelovigen bestemt.
Allah zegt: “Waarom [brengen jullie de levensadem] wanneer hij de keel bereikt niet [terug], terwijl jullie op die tijd toekijken? Maar Wij zijn dichter bij hem dan jullie. Jullie zien het echter niet. Waarom, als jullie niet geoordeeld zullen worden, brengen jullie hem dan niet terug, als jullie gelijk hebben? En als hij behoort tot hen die in de nabijheid van God zijn gebracht, dan zijn er een koele bries, welriekende planten en een tuin van gelukzaligheid." Tot het einde van deze soerat.
Volgens Al Barra, heeft de profeet over de gelovigen wanneer de twee engelen beantwoord in zijn graf het volgende gezegd:"Iemand roept uit de hemel, mijn dienaar heeft de waarheid gesproken, rol hem dus een tapijt van het paradijs uit en bekleedt hem met kleding van het paradijs en open voor hem een poort van het paradijs. Vervolgens ontvangt hij haar (paradijs) wind en haar parfum, waardoor zijn graf verbreden." Overgeleverd door Ahmad en Abu Dawud in een lange hadieth.
Het geloof in de laatste dag en zijn voordelen:
1) Het verlangen naar het uitvoeren van de daden van de gehoorzaamheid en het koesteren ervan, in de hoop op de beloning van die dag.
2) De angst voor het uitvoeren van de zonden en het koesteren ervan, uit schrik voor de bestraffing van die dag.
3) De troost van het geloof in alles wat hij in het huidige leven van de geneugten heeft gemist en hopen op een beloning in het hiernamaals. De ongelovigen ontkenden de wederopstanding van de doden en beweren dat dit niet mogelijk is. Maar deze bewering is onjuist en deze valsheid is bewezen door de wetgeving, de zintuigen en de rede.
Wat betreft wetgeving: Allah zegt: “Zij die ongelovig zijn beweren dat zij niet zullen worden opgewekt. Zeg: "Integendeel, jullie zullen worden opgewekt en dan zal aan jullie worden meegedeeld wat jullie gedaan hebben. Dat is voor God gemakkelijk." Bovendien bevestigen alle Openbaringen deze kwestie.
Wat empirische bewijzingen betreft: Allah geeft zijn dienaren de opstanding van de doden laten zien. In soerat Al Baqara bestaan vijf voorbeelden:
Eerste voorbeeld: Toen Hij aan het volk van Mozes het volgende zei: "Wij zullen slechts in jou geloven alleen maar wanneer we Allah kunnen zien. Vervolgens doodde Allah hen, daarna deed hij hen opstaan." Daarom zegt Allah over de kinderen van Israël: “En toen jullie zeiden: "Moesa wij zullen jou niet geloven totdat wij God in alle openheid zien", waarop de donderslag jullie greep, terwijl jullie toekeken.Toen lieten Wij na jullie dood jullie weer opstaan; misschien zullen jullie dank betuigen."
Tweede voorbeeld: Het verhaal van de vermoorde waarover de kinderen van Israël twisten. Allah zegt hierover: “En toen jullie een mens doodden en probeerden elkaar de schuld ervan te geven. God brengt echter tevoorschijn wat jullie verborgen hielden. Wij zeiden toen: "Sla hem met een stuk ervan." Zo maakt God de doden weer levend en laat Hij jullie Zijn tekenen zien. Misschien zullen jullie verstandig worden.''
Derde voorbeeld: Het verhaal van de mensen die voor de dood het dorp hebben verlaten, terwijl ze duizend waren. Vervolgens heeft Allah hen honderd jaar laten sterven, daarna gaf hen weer leven.
Allah zegt in dit verband: “Heb jij niet gezien naar hen die bij duizenden in doodsangst uit hun woningen trokken? Toen sprak God tot hen: "Sterft" en vervolgens maakte Hij hen weer levend. God is vol van goedgunstigheid jegens de mensen, maar de meeste mensen betuigen geen dank.»
Vierde voorbeeld: Het verhaal van de man die naar een verlaten dorp ging en die zich onmogelijk kon voorstellen dat Allah hem op een dag tot leven kan brengen. Vervolgens heeft Allah hem honderd jaar laten sterven, daarna gaf Hij hem weer leven.
Voorbeeld vijf:
Het verhaal van Ibrahim AlKhalil toen hij Allah vroeg om hem te laten zien hoe Hij de doden opwekt. Vervolgens beval hij hem om een vogel in vier delen te snijden en ze te verdelen over de bergen. Daarna roep hen tot u waardoor de vier delen een geheel wordt. Tenslotte komen ze tot Ibrahim. Allah zegt: “En toen Ibrahiem zei: "Mijn Heer, toon mij hoe ﷻ de doden weer levend maakt." Hij zei: "Geloof jij dan niet?" Hij zei: "Jawel, maar het is opdat mijn hart gerustgesteld wordt." Hij zei: "Neem dan vier stuks gevogelte en snijd ze naar jou toe in stukken. Leg dan op elke rots een stuk. Roep ze dan en ze zullen op je toe komen rennen. En weet dat God machtig is en wijs."
Deze concrete en reële voorbeelden tonen dat de wederopstand echter mogelijk is. Er werd eveneens gemeld over wat Allah over de tekenen van Jezus (de zoon van Maria) zoals zijn wederopstand uit zijn bergrafenis heeft verteld.
Het rationele bewijs is tweedelig:
1) Allah is de Schepper van de hemelen en de aarde en alles wat het bevat. Hij heeft die geschapen zonder voorafgaand model. En degene die de creatie voor de eerste keer heeft gerealiseerd is zeker in staat om het opnieuw te realiseren. Allah zegt: “Hij is het die met de schepping begint en haar dan herhaalt. Dat is gemakkelijk voor Hem.'' , “Zoals Wij de eerste schepping begonnen, zullen Wij haar herhalen"
Hij beval om degenen die de opstanding van de botten ontkennen wanneer ze stof zijn van repliek te dienen. Allah zegt: “Zeg: "Hij die ze de eerste maal heeft laten ontstaan zal ze weer levend maken. En Hij kent alles wat geschapen is.''
2) Vaak is de grond droog en dood, waar niet langer groene bomen te zien zijn. Vervolgens valt er regen op de grond, waardoor ze levend en groen wordt. Dus is degene die in staat is om het tot leven te brengen ook in staat om doden op te wekken. Allah zegt: “En tot Zijn tekenen behoort dat jullie zien dat de aarde roerloos is, maar wanneer Wij er dan water op laten neerdalen beweegt zij zich en zwelt op. Hij die haar laat herleven, laat ook de doden herleven; Hij is almachtig.". En Hij zegt ook:" En Wij hebben uit de hemel gezegend water laten neerdalen en daarmee tuinen en graan voor de oogst laten groeien en palmen die hoog oprijzen en boven elkaar geplaatste bloeiwijzen hebben, als levensonderhoud voor de dienaren. En Wij brengen daarmee een dode streek tot leven. Zo is ook het tevoorschijn komen [van de doden]."
Maar er zijn bepaalde gedwaalde groepen die de straf van het graf en haar geneugten ontkennen. Ze beweren dat dit onmogelijk is, want wanneer we het graf van de doden openen zullen we het intact vinden en het graf zal niet verbreed noch versmald worden.
Deze bewering is religieus, empirisch en rationeel onjuist:
1) Religieus verzen over dit fenomeen zijn al eerder vermeld. In sahih Al-Bukhari zegt Ibn Abbas: “De profeet ging rond een ommuurde tuin van Medina en hij hoorde twee mannen die in hun graf gekweld worden." Hij zei in de hadieth:" één van hen reinigt zich niet van de urine en de andere was een roddelaar."
2) Zintuigelijk bewijs: De slaper ziet in zijn droom dat hij zich in een ruime plaats bevindt waar hij zich ontspant of waar hij lijdt. Wanneer hij dan wakker wordt bevindt hij zich in zijn bed ondanks het feit dat hij tijdens zijn droom zich elders bevond. Het slapen is de broer van de dood, daarom vergelijkt God slapen met dood. Allah zegt: “God neemt de zielen weg tijdens hun dood en in hun slaap, als ze nog niet gestorven zijn. Dan houdt Hij die waarvoor de dood beslist is tegen en zendt de andere voor een bepaalde termijn weer weg. Daarin zijn tekenen voor mensen die nadenken.''
Tot slot, het rationeel bewijs: De slaper ziet tijdens zijn droom beelden die overstemmen met de werkelijkheid. Misschien ziet hij ook de profeet in zijn droom en het is islamtisch bekend dat wie de profeet in zijn droom ziet hem degelijk heeft gezien. Ondanks dit, bevindt de slaper zich in zijn kamer en in zijn bed. Als dit mogelijk is in de dit hedendaagse leven, dan is dit perfect mogelijk in het hiernamaals.
En wat hun bewering betreft over het feit dat de dode intact zal blijven indien we zijn graf openen. Bovendien beweren dat zijn het graf noch verbreedt noch versmalt. Hieronder een repliek:
1) Het is niet toegestaan om zich te verzetten tegen Gods wetgeving, zoals die vermoedens die we hebben kunnen ondermijnen. Bovendien zouden ze valsheid van hun beweringen inzien indien ze de religie goed hebben begrepen.
Een dichter zei: De oorzaak van bepaalde critici over de waarheid is niet meer dan hun slecht begrijpen.
2) Het gebeuren na de doden maken deel uit van de onzichtbare wereld die onze zintuigen niet kunnen waarnemen. Indien die wereld toch voor de zintuigen vatbaar is, dan zou het geloof geen nut meer hebben en dan zou het geloof in het onzichtbare op gelijk voet staan met het ontkennen ervan.
3) De kwellingen en het geluk van het graf zoals de uitbreiding als de vernauwing ervan kunnen alleen door de dode worden ervaren. Zoals de slaper die in zijn dromen een wilde en gekrompen plaats bevindt of in een grote en prachtige plaats. Dit terwijl zijn toestand niet veranderd in de ogen van de anderen rond het bed van de slaper. De profeet ontving soms de openbaring, terwijl hij zich onder zijn metgezellen bevond. Hij hoorde deze openbaring terwijl de metgezellen die niet horen. Soms verscheen de engel in de hoedanigheid van een man, maar de metgezllen zien de engel niet noch horen zij zijn stem.
4) De perceptievermogen van de wenzens is beperkt, daarom kunnen ze het volledige bestaan onmogelijk vatten. De zeven hemelen en de aarde en wat het bevat kortom alles spreken lof over hun Heer en Hij doet degenen die Hij wenst horen. Maar het horen van dit lof is ons ontzegt. Allah zegt: “Hem prijzen de zeven hemelen en de aarde en wie daarin zijn. Er is niets of het prijst Zijn lof, maar jullie begrijpen hun lofprijzing niet. Hij is zachtmoedig en vergevend.''
Ook de duivels en de djinns die de aarde rondzwerven. De djinns gingen naar de profeet en luisterde aandachtig naar zijn lezing van de Koran. Vervolgens gingen ze terug naar hun volk als waarschuwers. Desondanks zijn ze onzichtbaar voor ons, Allah zegt: “Kinderen van Adam! Laat de satan jullie niet in verzoeking brengen, zoals hij jullie beide voorouders uit de tuin verdreven heeft door hun kleding te ontnemen om hun schaamte te laten zien. Hij en zijn consorten zien jullie vanwaar jullie hen niet zien, Wij hebben de satans tot beschermers gemaakt van hen die niet geloven."
Indien de wezens onmogelijk al het bestaan kunnen waarnemen, dan is het niet toegestaan om het onwaarneembare te ontkennen die hij niet kan waarnemen.
Al-Qadar is het lot van Allah toekent aan zijn wezens, volgens Zijn voorkennis en Zijn Wijsheid.
Het geloof in de Laatste Dag heeft vier punten:
1) De overtuiging dat Allah kennis over alles heeft, zowel het particuliere als het absolute. met betrekking tot Zijn daden als de daden van Zijn dienaren.
2) De overtuiging dat Allah alles op de bewaarde tafel schreef. Ten aanzien van deze twee punten, zegt Allah: “Weet jij dan niet dat God weet wat er in de hemel en op de aarde is? Dat staat in een boek; dat is voor God gemakkelijk."
3) De overtuiging dat alles wat gebeurt uitzonderlijk door Allah wordt gerealiseerd. Hetzij de daad gerelateerd is met Allahs handelingen of met de handelingen van de dienaren. Allah zegt over Zijn acties: “En jouw Heer schept wat Hij wil en Hij kiest uit." , “God doet wat Hij wil." , “Hij is het die jullie in de moederschoot gevormd heeft, zoals Hij wil. Er is geen god dan Hij, de machtige, de wijze."
Allah zegt het volgende over de daden van wezens: “Als God gewild had, dan had Hij hun macht over jullie gegeven en dan hadden zij zeker tegen jullie gestreden. Als zij zich van jullie afzijdig houden, niet tegen jullie strijden en jullie vrede aanbieden dan verschaft God jullie geen weg om tegen hen op te treden.", ''Lof zij God die de hemelen en de aarde geschapen en de duisternis en het licht gemaakt heeft. Toch zeggen zij die ongelovig zijn dat hun Heer gelijken heeft."
4) Het geloof dat alle wezens zijn gemaakt door Allah met hun essenties, hun attributen en hun bewegingen. Allah zegt: “God is de schepper van alle dingen en Hij is over alles voogd.", “…en die alles geschapen en nauwkeurig geordend heeft."
En Hij zei over de profeet Abraham toen hij zijn volk aansprak: "Maar God heeft jullie en wat jullie hebben gemaakt geschapen."
Het geloof in de predestinatie (zoals wij het eerder hebben beschreven) betekent niet dat de individu geen vrije wil noch macht geeft. Omdat de religie en ook de werkelijkheid allebei bewijzen hebben over deze zaak.
Het religieus bewijs: Allah zegt over het vrije wil: “Dat is de dag van de waarheid. Wie wil begeeft zich op de terugweg naar zijn Heer." , “Komt dan tot jullie akker hoe jullie willen"
En over macht, zei Hij: “Vreest dus God zo goed als jullie kunnen.", “God legt niemand meer op dan hij kan dragen. Hem komt toe wat hij verdiend heeft en van hem wordt gevorderd wat hij heeft begaan."
Het bewijs van de ervaring: Iedereen weet dat hij over een persoonlijke wil en macht beschikt waarmee hij al dan niet behandelt. Daarom maakt iedereen verschil tussen vrijwillige daden zoals een wandeling en onvrijwillige daden zoals een rilling. Maar de wil en de macht van de individu kan slechts door de wil van Allah gerealiseerd worden. Allah zegt: “
Echter, de wil van het individu en zijn macht kan alleen gerealiseerd worden door de wil van Allah en Zijn macht. Allah zegt in feite: “voor wie van jullie correct willen handelen. Maar jullie zullen het slechts willen als God het wil, de Heer van de wereldbewoners." Omdat het hele universum onder de heerschappij van Allah, gebeurt er niets zonder Zijn kennis en wil.
Het geloof in de voorbestemming, zoals eerder beschreven, is geen voorwendsel om zijn verplichten te verwaarlozen of het plegen van zonden. Daarom is dit geen geldig excuus voor verschillende redenen:
1) Dit zijn de woorden van Allah: “De aanhangers van het veelgodendom zullen zeggen: "Als God gewild had hadden wij geen metgezellen [aan Hem] toegevoegd en onze vaderen ook niet en dan hadden wij ook niets verboden." Zo hebben zij hen die er voor jouw tijd waren ook van leugens beticht totdat zij Ons geweld proefden." Indien ze een argument hadden over de voorbestemming zou Allah hen niet streng hebben behandelt.
2) Allah zegt: “gezanten als verkondigers van goed nieuws en als waarschuwers, opdat de mensen tegen God geen argument zouden hebben na [het optreden van] de gezanten. God is machtig en wijs.'' Indien het lot een argument was in voordeel van de overtreders, dan zou het niet eindigen met het sturen van de boodschappers. Want zelfs na de verzending van de boodschapper vonden overtredingen plaats zoals het lot van Allah het heeft gewild.
3) De hadieth gerapporteerd door Al Bukhari en Muslim van Ali ibn Abi Talib die zei de profeet: “één ieder onder jullie zal eindigen hetzij in het paradijs, hetzij in de hel. Daarna zei een persoon: “O boodschapper, moeten we ons baseren op de predistantie? De profeet antwoordde: “Neen doe goede daden, want ieders taak wordt verlicht en hij las het volgende vers: “Jullie streven is echt velerlei. Hij dan die geeft en godvrezend is.'' En in de versie van Muslim: “Iedereen zal voor de taak waarvoor hij gemaakt wordt een soelaas krijgen." Dus de profeet beval zijn volgelingen om te werken en niet op het lot te vertrouwen.
4) Allah beval en verbied zijn dienaren om dingen al dan niet te doen en Hij legt niets op dat onmogelijk is. Allah zegt: “Vreest dus God zo goed als jullie kunnen." En Hij ook: “God legt niemand meer op dan hij kan dragen." En indien een individu gedetermineerd is, dan zou hij belast worden met datgene dat boven zijn vermogen ligt. Dat is incorrect, want wanneer men een fout begaat, hetzij uit onwetendheid, hetzij uit vergeetachtigheid; hetzij uit dwang is hij niet zondig.
5) De voorbestemming is een verborgen geheim van Allah en die door de individu zelf na het doen van de daad gekent is. Zo is de uitvoering van een handeling niet gebaseerd op kennis van de predestinatie, daarom is het baseren op predestinatie geen geldig argument .
6) We stellen vast dat mensen in hun dagelijks leven zorgvuldig omgaan met hun levenszaken en alles doet om ze te verkrijgen zonder zich maar door iets te laten afleiden en hij gebruikt ook niet het lot als een argument om zijn daad te rechtvaardigen. Maar wanneer hij van nuttige daden van zijn religie afwijkt naar schadelijke daden neemt hij het lot als excuus. Zijn de twee zaken niet hetzelfde.
Aan de hand van een voorbeeld wordt dit duidelijker: Als een mens een keuze moet maken tussen twee wegen. De ene weg leidt naar een land waar anarchie regeert zoals moord, plundering, aanranding van de eerbaarheid, angst en honger.
De andere pad leidt naar een land waar orde heerst, waar veiligheid gegarandeerd is, en welvaart, respect voor het menselijk leven, eer en rijkdom. Welke weg zou hij volgens jou kiezen.
Het is zeker dat hij de tweede weg zal kiezen die naar het land van orde en veiligheid leidt. Het is onmogelijk dat een verstandig persoon de weg zal kiezen die naar anarchie en angst leidt en vervolgens het lot als argument te hanteren om zijn keuze te rechtvaardigen. Waarom kiest men dan voor het pad van de hel als het gaat voor het hiernamaals in plaats van het pad van het paradijs en vervolgens het lot als excuus nemen.
Een ander voorbeeld: Neem het geval van de patiënt die zijn medicatie neemt, zelfs al heeft hij een afschuw van de smaak terwijl hij voedsel nalaat die hem door de dokter wordt afgeraden zelfs al lust hij het. Hij doet dit alles in hoop op genezing. Het zou dom zijn om zich te onthouden van de medicatie of opzettelijk het voedsel dat schadelijk is te consumeren en vervolgens een beroep doen op het lot om zijn slechte gezondheid te rechtvaardigen. Waarom laat een mens datgene wat Allah en Zijn boodschapper hebben bevolen na en daarna beroep doen op het lot?
7) Indien de persoon gebruik maakt van lot als voorwendsel om zijn tekortkomingen en zonden te rechtvaardigen. Maar wanneer dezelfde voorwendsel gebruikt wordt door een persoon die zijn eigendom steelt of zijn eerbaarheid aanrandt, zal hij dit excuus zeker niet aanvaarden. Hoe durft hij dit argument niet te accepteren als het over zijn eigen zaken gaat, terwijl hij het wel aanvaardt als het over de rechten van Allah gaat.
Umar Ibn Al Khattab zei tegen de dief die beroep deed op het lot om zijn daad te rechtvaardigen het volgende: “Wij zullen je ook bestraffen alleen omdat Allah dit heeft voorbestemd."
Het geloof in de predestinatie en zijn voordelen:
1) Het vertrouwen op Allah bij het uitvoeren van de oorzaken en dus niet vertrouwen op de oorzaak zelf, want alles wat er gebeurt is bij gratie van het lot van Allah.
2) Een individu mag niet trots zijn over zijn reslutaten, want zijn slagen gebeurt door de genade van Allah en door middel van goede en succesvolle oorzaken die vooraf zijn bepaald. Daarom kan een mens die trots is de dankbaarheid van Allah vergeten.
3) Het geloof in de predestinatie brengt innerlijke rust door het lot van Allah. Dus, de mens is niet bezorgd wanneer hem iets voorbijgaat of wanneer hem iets schadelijk voorkomt. Omdat dit alles met het lot van Allah gebeurt die over de hemelen en aarde heerst. En dit alles gebeurt moet gebeuren, daarom zegt Allah: “Geen onheil valt op de aarde of bij jullie zelf voor of het staat in een boek voordat Wij het laten gebeuren. Dat is voor God gemakkelijk. Het is, opdat jullie niet bekommerd raken over wat jullie ontgaan is en je niet verheugen over wat tot jullie komt. En God bemint geen enkele ingebeelde en verwaande.''
De profeet zei:"Het geval van een gelovig is mysterieus. Alles wat hem overkomt is goed. Als hem iets goeds overkomt, is hij Allah dankbaar en als hem iets slechts overkomt is hij geduldig en dat is goed voor hem." Overgeleverd door Muslim.
Twee groepen dwaalden over de kwestie van het lot:
1) Het fatalisme [Djabriyah]: Zij zijn van mening dat elk individu gedetermineerd is. Hij heeft dus geen geen vrije wil noch beschikt hij over macht.
2) De absolute vrije wil (Qadarieten): Zij zijn de mening toegedaan dat elk individu totaal onafhankelijk is in zijn/haar handelingen. Daarom heeft Allahs wil en macht geen invloed op de handelingen van een individu.
Het antwoord op de eerste groep [fatalistisme] wordt gedaan door argumenten vanuit religieuze teksten en feiten.
Vanuit een religieuze perspectief: Allah bevestigd dat elke dienaar een individuele wil en kracht heeft. Allah zegt: “Onder jullie zijn er die het tegenwoordige leven wensen en onder jullie zijn er die het hiernamaals wensen." , “En zeg: "De waarheid komt van jouw Heer vandaan." Wie het wenst, die moet dan geloven en wie het wenst, die moet maar ongelovig zijn." , “Als iemand deugdelijk handelt dan is het in zijn eigen voordeel, maar als iemand verkeerd doet dan is het in zijn nadeel; jouw Heer geeft geen onrechtvaardige behandeling aan de dienaren."
Feiten als bewijs tegen het fatalisme: Elk individu kent het verschil tussen zijn vrijwillige handelingen die hij bewust uitvoert, zoals eten, drinken, kopen en verkopen en gedetermineerde handelingen zoals rillingen. Het eerste geval is hij een vrijwillige auteur van zijn daden zonder dwang en het tweede geval heeft hij geen keuze over zijn daden.
Het antwoord op de tweede groep [de voorstanders van de vrije wil] wordt gedaan door argumenten vanuit religieuze teksten en rede:
Allah is de Schepper van alle dingen en alle dingen bestaan door Zijn wil. Allah heeft ook aangegeven in zijn boek dat de acties van individuen worden gehouden met Zijn wil.
Vanuit een religieuze perspectief: Allah is de Schepper van alle dingen en zij bestaan door Zijn wil. Allah heeft dit ook aangeven in zijn boek , namelijk dat alle daden door middel van Zijn wil ontstaan. Hij zegt: “Als God het gewild had, hadden zij die na hen kwamen elkaar niet bestreden, nadat de duidelijke bewijzen tot hen gekomen waren. Maar zij waren het oneens. Sommigen van hen geloofden dus, maar anderen waren ongelovig. Als God het gewild had, hadden zij elkaar niet bestreden, maar God doet wat Hij wenst." , “En als Wij het hebben gewild, dan hadden Wij aan iedere persoon gegeven dat hij op het goede pad gebracht werd.''
Vanuit een redelijk perspectief: Het universum is eigendom van Allah en de mens maakt vanzelfsprekend deel uit van het universum. Daarom kan de mens onmogelijk naar eigen believen handelen op het eigendom van Zijn Meester zonder Zijn toestemming en Zijn wil.
De Arabisch term voor doel, namelijk ''Hadf" heeft verschillende betekenissen waaronder, het doel die men nastreeft en alles wat men beoogt.
De doelstellingen van het islamitische geloof, zijn objectieven en zijn nobele doelen met betrekking tot de naleving van de islam zijn talrijk:
1) De zuiveringen van intenties en de aanbidding van Allah alleen, want hij is de Schepper zonder partner. Daarom is het noodzakelijk dat de intentie en aanbiddingen uitsluitend voor Allah zijn bestemd.
2) De bevrijding van de rede en ideologieën van de anarchistische onrust die het gevolg is van een gebrek aan geloof in het hart. Omdat degene wiens hart leeg is, hetzij leeg van alle geloof waardoor hij een aanbidder van de materiële objecten wordt, hetzij in verwarring geraken door verschillende afgewijkte geloven.
3) Het teweegbrengen van een psychische en geestelijke rust, dus wordt er geen onrust in het denken veroorzaakt. Want dit geloof bindt de gelovige met zijn/haar Schepper die hij als een Heer, Beheerser, Rechter beschouwt. Daarom vindt hij rust in hart wat zijn lot betreft, waardoor hij een zekere innerlijke openheid ervaart. Bovendien is hij niet bereid om een alternatief te aanvaarden.
4) De immuniteit van de voornemens en handelen tegen de afwijking in de aanbidding van Allah of tegen afwijking in sociale handelingen. Want de grondslagen van de iman is het geloof in boodschapper die bestaat uit het volgen van hun pad, een pad dat gekenmerkt is met veiligheid en zekerheid.
5) De resoluutheid en de vastberadenheid zodanig dat hij geen enkel kans laat voorbijgaan om goede daden te verrichten in de hoop de genade van Allah te ontvangen. Hij ontwijkt ieder zonde uit angst van elke straf, want de fundamenten van het geloof in de wederopstanding en vergelding is verplicht. Allah zegt: “Voor ieder zijn er rangen voor wat zij gedaan hebben. Jouw Heer let goed op wat zij doen."
De profeet moedigde deze doelstelling in de volgende hadith: “De sterke gelovige is beter en geliefd bij Allah dan de zwakke gelovige, maar zij zijn allebei goed. Concentreert u op wat nuttig is en vraag Allah om hulp en wees niet hopeloos. En als je iets overkomt zeg dan niet 'als ik maar dit of dat heb gedaan'' maar zeg ''Dit is Allahs lot en Hij doet wat Hij wil.'' Want ''als'' opent de deur naar duivelse daden. (Overgeleverd door Muslim)
6) Het beschouwen van een sterke gemeenschap impliceert dat ze alles uitgeeft om hun religie te consolideren en het bestendigen van zijn grondslagen ongeacht wat het teweegbrengt. Allah zegt hierover: “De gelovigen, dat zijn zij die in God en Zijn gezant geloven en dan niet twijfelen en die zich met hun bezittingen en hun eigen persoon op Gods weg inspannen; zij zijn het die oprecht zijn."
7) Het verkrijgen van het geluk in het leven en in het hiernamaals door het verbeteren van individuen en groepen. Om vervolgens beloningen en waardigheden te krijgen. Allah zegt hierover: “Wie -- hetzij man of vrouw -- deugdelijk handelt als gelovige, die zullen Wij een goed leven laten leiden en Wij zullen hen belonen voor het beste dat zij deden."
Dit was een uitzetting van een aantal doelstellingen van het islamitische geloof. Ik vraag Allah om die doelstellingen voor ons en voor alle moslims te laten realiseren