Description
Dit artikel benadrukt Allah’s oproep naar de mens om na te denken over de hemelen.
De hemelen
[nederlands - dutch-الهولندية]
auteur: Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah
revisie: Yassien Abo Abdillah
bron: www.islamreligion.com
Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)
2014 - 1435
Islam voor iedereen
السموات
« باللغة الهولندية »
المؤلف: أبو يوسف عبد الله
مراجعة: ياسين أبو عبد الله
الناشر: www.islamreligion.com
الناشرالنا
2014- 1435
بسم الله الرحمن الرحيم
Heeft u overdag wel eens naar de heldere blauwe lucht gekeken, of ‘s nachts naar de sterren, en dan gedacht: waar houdt dit op? Is er een einde? Is het oneindig? Wat komt daarna? Een gedachte waarbij je de kriebels krijgt en je beperkte verstand en nietigheid duidelijk kunt voelen. Al-H’amdoelillaah (alle lof is voor Allah), door de Qor-aan (Koran) en de Soennah beschikken we over voldoende teksten die een duidelijk beeld schetsen van het universum, en die deze hersenbreker en de vele tekenen die de hemelen bevatten verduidelijken. Allereerst dient men de hemel niet te verwarren met het Paradijs, een misvatting die vooral heerst onder niet-moslims. Sommigen beweren zelfs dat God in de zevende hemel is en dat dit het hoogst haalbare is voor de mens: in de zevende hemel zijn, naast God. Nee! De hemel is gewoon de lucht, het universum, het heelal. Er zijn zeven hemelen (kosmische systemen) die het hele universum, het wereldse, het geschapene, vormen. De laagste hemel (as-samaa-oe d-doenyaa) omvat de aarde. Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Hij is Degene Die alles wat op de aarde is voor jullie geschapen heeft. Vervolgens wendde Hij Zich tot de hemel (het universum) en ordende ze vervolgens als zeven hemelen (stevig boven elkaar)…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 29. Zie ook aayah 78:12.] Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Vervolgens richtte Hij Zich tot de hemel (het universum) toen het rook (gasachtig materiaal) was en zei tegen hem en tegen de aarde: ‘Kom beide (d.w.z. geef gehoor aan Mijn Bevel), gewillig of ongewillig.’ Zij zeiden allebei: ‘Wij komen gewillig.’ Vervolgens voltooide Hij hen (als) zeven hemelen in twee dagen[1] en Hij inspireerde in elke hemel haar aangelegenheid [2]…” [Soerat Foesselaat(41), aayah 11-12.]
Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) schiep dit alles niet voor louter amusement, maar met grote wijsheid en een rechtvaardig doel: “En aan Allah behoort wat in de hemelen en wat op de aarde is, zodat Hij degenen die kwaad deden zal vergelden met wat zij deden en zodat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (oftewel het Paradijs).” [Soerat an-Nadjm (53), aayah 31] Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij schiepen de hemel en de aarde en (alles) wat tussen hen beide is niet als een spel (ter vermaak).” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 16]
De volledige schepping van de hemelen en de aarde dient als bewijs voor de mensheid om een les te leren en te weten dat de Enige Schepper en de Enige Instandhouder slechts één God is. Laa ilaaha ill-Allaah betekent: er is geen god (die het recht heeft om aanbeden te worden) behalve Allah. Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, in de hemelen en de aarde zijn aayaat (tekenen, bewijzen, wonderen) voor de gelovigen.” [Soerat al-Djaathiyah (45), aayah 3] Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En (Allah) heeft alles wat zich in de hemelen bevindt en alles wat zich op de aarde bevindt dienstbaar gemaakt voor jullie; het is allemaal als een gunst van Hem. Waarlijk, daarin zijn tekenen voor een volk dat nadenkt.” [Soerat al-Djaathiyah (45), aayah 13]
In de Qor-aan lezen we (Nederlandstalige interpretatie): “Bij de ster wanneer zij verdwijnt.” [Soerat an-Nadjm (53), aayah1] An-Nadjm (de ster) wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd. Maar de meeste geleerden interpreteren het als ofwel een ster in het algemeen, of de open sterrenhoop de Pleiaden (het Zevengesternte) waar veel folklore verhalen over zijn. Moedjaahid zei: “De ster verwijst naar de Pleiaden wanneer het (uit het zicht) verdwijnt bij de fadjr (dageraad).” [Zie o.a. A. Yusuf Ali Quran Commentary (de herziene versie) en Tefsier Ibn Kethier]
En Allah Ta’aalaa zegt in soerat Qaaf (50), aayah 6 (Nederlandstalige interpretatie): “Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gemaakt hebben en versierd hebben, en er geen enkele scheur in is?” De mens wordt in de Qor-aan vaak uitgenodigd om na te denken over de schepping. Keer op keer wordt hij herinnerd en keer op keer wordt hij gewaarschuwd. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Die de zeven hemelen in lagen schiep, de een boven de ander; je ziet geen defect in de schepping van de Genadevolle (Allah). Kijk vervolgens nog een keer: zie jij enige afwijking? [3] Kijk vervolgens nog eens twee keer, het (jouw) gezichtsvermogen zal tot jou terugkeren khaasi-an (vernederd, veracht; niet in staat om een afwijking/defect in de schepping te zien) en hij (het gezichtsvermogen) is uitgeput[4]” [Soerat al-Moelk (67), aayah 3-4]
Het volgende vers bevat twee zeer belangrijke punten. Allah de Verhevene zegt in soerat al-Ah’qaaf (46), aayah 33 (Nederlandstalige interpretatie): “Zien zij niet dat Allah, Degene Die de hemelen en de aarde schiep en niet moe wordt door hun schepping, bij machte is om leven te brengen tot het dode? Jawel, waarlijk, Hij is over alle zaken Almachtig.”
1) De mens wordt hier gewezen op de Wederopstanding en dat die zeker zal plaatsvinden. De mens dient zich dus hierop voor te bereiden door Allah de Verhevene te gehoorzamen, want er is geen kans meer om naar dit wereldse leven terug te keren; er is geen tweede kans.
2) Allah de Almachtige geeft aan dat Hij niet moe wordt van het scheppen (zie ook aayah 50:38). Hiermee wordt een godslastering, die in de voorgaande Boeken geslopen is, te niet gedaan. In Genesis 2:2 staat namelijk: “En op de zevende dag voltooide God Zijn werk dat Hij gemaakt had; en Hij rustte op de zevende dag van al Zijn werk dat Hij gemaakt had.” Verheven is Allah boven hetgeen zij Hem toeschrijven, aan Wie de Perfecte Eigenschappen toebehoren. God, of Allah, is op elk gebied perfect en heeft geen enkele tekortkoming. Hij hoeft niet te rusten, want: “…Zijn Koersie strekt zich uit over de hemelen en de aarde, en Hij voelt geen vermoeidheid door het waken over en het in stand houden van beide…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 255.]
Dit laatste vers, wat onderdeel is van Aayaatoe l-Koersie (zie het boek Uitleg van Aayatoel-Koersie van sheikh Moh’ammed ibn Saalih’ al-‘Oethaymien, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah – www.momtazah.net), maakt melding van Allahs Koersie. Koersie betekent letterlijk een voetbank of stoel (in deze context beduidt het een voetbank), en wordt soms onjuist vertaald als Troon. De Koersie genoemd in dit vers dient onderscheiden te worden van de ‘Arsh (Troon), genoemd in vers 7:54, 10:3, 85:15 en elders. Aboe Dzarr (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “Ik hoorde de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zeggen (Nederlandstalige interpretatie): ‘De Koersie vergeleken met de‘Arsh is niets dan als een ring gegooid in een open ruimte van de woestijn.’” Als de Koersie zich uitstrekt over het volledige universum, en in verhouding tot de ‘Arsh is het slechts een ring in de woestijn, hoeveel groter is dan de ‘Arsh, het grootste object dat Allah geschapen heeft!? Waarlijk, Allah, de Schepper van zowel de Koersie als de ‘Arsh, is nog groter: Allah is het Grootst (Allaahoe Akbar)!
Terwijl de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en zijn metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) ergens zaten, passeerden er wolken boven hen waarop Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vroeg (Nederlandstalige interpretatie): “Weten jullie wat zij zijn?” Op hun antwoord dat Allah en Zijn boodschapper dit het beste wisten, zei hij (Nederlandstalige interpretatie): “Dit zijn wolken (anan), dit zijn de waterdragers van de aarde, welke Allah drijft naar mensen die Hem niet bedanken of die Hem niet aanroepen.”Vervolgens vroeg hij: “Weten jullie wat daarboven jullie is?” Op hun antwoord dat Allah en Zijn boodschapper dit het beste wisten, zei hij: “Het is het uitspansel (de lucht, hemel), een dak dat beschermt wordt en golven die tegengehouden worden.” (Zie aayah 21:32, die later in dit artikel behandeld zal worden.) Vervolgens vroeg hij: “Weten jullie wat er tussen jullie en dat is?” Op hun antwoord dat Allah en Zijn boodschapper dit het beste wisten, zei hij: “Tussen jullie en dat zijn vijfhonderd jaren.” Vervolgens vroeg hij: “Weten jullie wat daarboven is?” Op hun antwoord dat Allah en Zijn boodschapper dit het beste wisten, zei hij: “Twee hemelen met een afstand van vijfhonderd jaren tussen hen.” Hij bleef zo vragen totdat hij zeven hemelen telde, de afstand tussen elk paar is als tussen de hemel en de aarde. Vervolgens vroeg hij: “Weten jullie wat daarboven is?” Op hun antwoord dat Allah en Zijn boodschapper dit het beste wisten, zei hij: “Daarboven is de Troon, en de afstand tussen de Troon en de (zevende) hemel is hetzelfde als die tussen elk paar hemelen…” [Verhaald door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem), overgeleverd door Ah’med en at-Tirmidzie.] Ibn Khoezaymah leverde over in zijn Sah’ieh’ (9105) en in zijn Kitaaboe t-Tawh’ied (nr. 594) dat Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden zijn met hen) zei: “Tussen de laagste hemel en de hemel daarboven is (een afstand van) vijfhonderd jaren marcheren.” Volgens een andere overlevering: “De dikte van elke hemel is een afstand van vijfhonderd jaren marcheren. Tussen de zevende hemel en de Voetbank (Koersie) is (een afstand van) vijfhonderd jaren. Tussen de Voetbank en het water is (een afstand van) vijfhonderd jaren. De Troon is boven het water en Allah is boven de Troon, en geen van jullie daden zijn verborgen voor Hem (Hij ziet en hoort alles).” [Geclassificeerd als sah’ieh’ (authentiek) door al-Dzahabie inal-‘Alw (p. 64) en door Ibn al-Qayyim in Idjtimaa’ al-Djoeyoosh al-Islamiyyah, p. 100.] De geleerden (moge Allah hen genadig zijn) hebben aangegeven dat de Troon de gehele schepping omgeeft en er boven is. Ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) zei in Zaad al-Ma’aad (4/203): “De Troon is het dak van de schepping en het grootste van de geschapen dingen.” [Hetzelfde is aangegeven door Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah in Madjmoe’ al-Fataawa, 6/581, 25/1998; Ibn Kethier in al-Badaayah wa’l-Nahaayah, 1/9, 11; en door Ibn Abi’l-‘Izz in Sharh’ al-‘Aqiedah at-Tahhaawiyyah, 1/311.]
Nogmaals de vraag: heeft u overdag wel eens naar de heldere blauwe lucht gekeken, of ‘s nachts naar de sterren, en dan gedacht: waar houdt dit op? Is er een einde? Is het oneindig? Wat komt daarna? Deze zeven hemelen bevatten vele tekenen en activiteiten. Eenieder wordt uitgenodigd om er goed over na te denken, zodat men lessen kan leren die tot nut zullen zijn voor de voorbereiding op de ontmoeting met Allah de Verhevene, de Schepper van alles wat bestaat; het moment dat de realiteit voor iedereen duidelijk zal zijn. In de hemel is o.a. al-Baytoe l-Ma’moer (zie aayah 52:4 van de Koran): het huis in de hemel parallel aan de Ka’bah in Mekkah, het “Vaak Bezochte Huis”, het Huis in de hemel dat altijd bewoond is, bedoeld voor de bewoners van de hemel (de engelen). Net zoals de Ka’bah voor de bewoners van de aarde. Elke dag bidden er zeventigduizend engelen en als zij dan weggaan, komen zij er nooit meer terug, maar elke dag arriveert er een andere groep.
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Wij versierden de dichtstbijzijnde hemel met lampen (sterren)…” [Soerat al-Moelk (67), aayah 5. Zie ook aayah 6:97 en 15:16.] Aboe Qataadah zei hierover: “De schepping van deze sterren is voor drie doelen: als decoratie van de (dichtstbijzijnde) hemel, als projectielen om de duivels mee te raken[5]en als tekens om reizigers te leiden.[6]
Zayd ibn Khaalid al-Djoehanie verhaalde: “De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) leidde ons in het ochtendgebed op al-H’oedaybieyyah, nadat het ‘s nachts had geregend. Toen hij klaar was, draaide hij zich om, om de mensen het gezicht toe te keren en zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Weten jullie wat jullie Heer zegt?’ Zij zeiden: ‘Allah en Zijn boodschapper weten het beste.’ Hij zei: ‘(Allah zegt): deze ochtend werd één van Mijn dienaren een gelovige in Mij en één werd een ongelovige. Voor degene die zei: ‘We hebben regen gekregen door de gratie en genade van Allah,’ hij is een gelovige in Mij en een ongelovige in de sterren; voor degene die zei: ‘We hebben regen gekregen door die-en-die ster,’ hij is een ongelovige in Mij en een gelovige in de sterren.’” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) en anderen zeiden: “Allah zond de Qor-aan in één keer neer van het Bewaakte/Beschermde Boek [al-Lawh’oe l-Mah’foedhz ([7])] naar het Huis van Macht (Baytoe l-‘Izzah), wat in de hemel van deze wereld is (d.w.z. de laagste hemel). Vervolgens kwam het in delen neer (d.m.v. de engel Gabriël – vrede zij met hem) naar de boodschapper van Allah – Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) – volgens de incidenten die plaatsvonden (volgens de behoefte) gedurende een periode van 23 jaar.”
Tot nu toe hebben we voornamelijk verzen van de Qor-aan en overleveringen uit de Soennah aangehaald. Dit is zeer mooi en belangrijk, maar niet-moslims zullen wellicht zeggen: “Ja, leuk en aardig, maar ik wil dit eerst zien voordat ik het geloof.” De ongelovige gelooft alleen dat wat hij kan waarnemen met zijn onvolmaakte zintuigen en hij gelooft alleen dat wat hij met zijn beperkte verstand kan begrijpen. Ondanks alle beperkingen vertrouwd hij op zijn zintuigen en verstand.
Wellicht is de Qor-aan niet altijd in overeenstemming met onze begeerten, maar willen we onze begeerten dan nemen als een god naast of in plaats van Allah de Verhevene en onze begeerten ons laten leiden? “Heb jij[8] hem gezien die zijn eigen lusten (triviale begeerten) tot zijn god genomen heeft?[9]…” [Soerat al-Djaathiyah (45), aayah 23]
Onder andere voor hen die slechts vertrouwen op hun beperkte zintuigen en verstand, zullen we nu enkele verzen van de Edele Qor-aan aanhalen die verwijzen naar natuurlijke fenomenen die recentelijk zijn ontdekt met behulp van de modernste technologieën – dus waarneembaar voor hen – waar ze ruim 14 eeuwen geleden absoluut geen kennis over hadden. Echter, deze fenomenen werden toen wel al in de Qor-aan genoemd. We zullen hiermee de takken van de bomen laten bewegen zodat de scepticus kan zien dat het waait. Allah de Almachtige zegt bijvoorbeeld (Nederlandstalige interpretatie): “Wisten degenen die niet geloven niet dat de hemelen en de aarde verenigd waren als één gemengde massa[10], vervolgens scheidden Wij hen?[11] En Wij hebben uit het water elk levend ding gemaakt. Geloven zij dan niet?” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 30]
Door de gegevens die verkregen zijn in de twintigste eeuw, heeft men ontdekt dat het universum plotseling ontstaan is, terwijl het daarvoor niets was. Deze theorie is bekend als de Big Bang theorie en deze theorie zegt dat het begin van het universum begon met deze grote explosie. Hoewel deze gegevens pas in de twintigste eeuw zijn ontdekt, maakte de Qor-aan daar ruim 1400 jaar geleden al een verwijzing naar. Sommige wetenschappers stellen dat met de Big Bang ook de tijd begon en dat ‘tijd’ vóór de Big Bang niet bestond. Zij gebruiken dit als bewijs dat God het universum niet geschapen heeft, want God had immers geen tijd om iets te scheppen. (Zie het boek The Grand Design van Stephen Hawking en Leonard Mlodinow.) Maar omdat zij God niet kennen, weten zij niet dat God, de Schepper van tijd, geen onderdeel uitmaakt van de schepping en dus geen tijd nodig heeft om iets te scheppen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij hebben de hemel als een beschermend dak gemaakt. Maar zij (de ongelovigen) wenden zich af van haar tekenen (zoals de zon, maan, sterren, planeten, winden, wolken e.d.).” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 32.] “Het beschermde dak” is al eerder in dit artikel genoemd; in de h’adieth waarin de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) verschillende vragen stelde aan zijn metgezellen: “…een dak dat beschermt wordt en golven die tegengehouden worden…”
Vrijwel iedereen heeft foto’s gezien van het maanoppervlak. Het grote aantal kraters dat gevormd is door meteorieten, is één van de meest bijzondere eigenschappen van de maan. Elk ruimtestation dat op het maanoppervlak gevestigd wordt zonder speciaal schild, zal spoedig met de grond gelijk gemaakt worden. De enige manier om dit te voorkomen, is het op een bepaalde manier te beschermen.
De aarde is op een heel natuurlijke manier voorzien van zo’n bescherming, terwijl we er bijna nooit aan denken. Daarom hoeven de mensen geen extra voorzieningen te treffen om te overleven. De atmosfeer van de aarde vernietigt alle meteorieten, groot en klein, die de aarde naderen. Maar de atmosfeer filtert ook de schadelijke stralingen uit de ruimte en dat is dus een onmisbaar proces om het menselijk leven op aarde mogelijk te maken. Dit is echter niet de enige eigenschap van de atmosfeer. Een temperatuur van –273 oC (= 0 K) in de ruimte, wat het “absolute nulpunt” wordt genoemd, zal een fataal effect hebben op de mensen, ware het niet dat de temperatuur in de atmosfeer van de aarde constant hoger is.
De aarde wordt omgeven door een 800 km dikke atmosfeer, die de aarde beschermt tegen het voortdurende bombardement van gemiddeld twintig miljoen meteorieten per dag, die met een snelheid van zo’n 50 km per seconde richting de aarde af stuiven. Zonder deze bescherming zouden planten noch dieren kunnen overleven. Diezelfde atmosfeer controleert de temperatuur, draagt water naar verschillende delen van de aarde en voorziet het van de benodigde gassen en licht die menselijk, dierlijk en plantaardig leven ondersteunen.
Nog interessanter is het feit dat de atmosfeer alleen ongevaarlijke stralingen, radiogolven en zichtbaar licht doorlaat, omdat deze onmisbare elementen voor leven zijn. Is dit niet wonderbaarlijk? De ultraviolette stralingen, welke slechts gedeeltelijk worden doorgelaten door de atmosfeer, zijn heel belangrijk voor de fotosynthese van planten en voor het overleven van alle levende wezens.
Kortom, er is op aarde een voortreffelijk systeem aan het werk, dat de aarde beschermt tegen uitwendige gevaren, maar dat toch de noodzakelijke factoren doorlaat. Er is geen twijfel dat het in de zevende eeuw onmogelijk was om enig idee te hebben over de beschermende eigenschappen van de atmosfeer. De uitdrukking “het goed beschermende dak” legt de beschermende middelen rondom de aarde, die pas recentelijk zijn ontdekt met moderne apparatuur, perfect uit. Dus het bovenstaande vers dat verwijst naar de hemelen als een goed beschermend dak, geeft aan dat de Qor-aan neergezonden is door een Schepper Die over alles kennis heeft en alles bevestigt. In de Qor-aan lezen we (Nederlandstalige interpretatie): “En werkelijk, Wij plaatsten in de (meest nabije) hemel sterrenstelsels en Wij versierden haar voor de aanschouwers.” [Soerat al-H’idjr (15), aayah 16]
Het Melkwegstelsel, het sterrenstelsel waarvan het zonnestelsel deel uitmaakt, bevat –met een diameter van circa 100.000 lichtjaren (1 lichtjaar komt overeen met 9461 miljard km)– alleen al circa 200 miljard sterren en diverse nevels (recentere schattingen spreken zelfs van rond de 400 miljard sterren). Daarnaast zijn er nog vele extragalactisch stelsels, met elk gemiddeld tussen de 10 en 100 miljard sterren. Allaahoe Akbar – Allah is nog groter dan dit alles! In dit alles vinden we een wonderbaarlijke orde, schoonheid en harmonie, met een dermate indrukwekkende grootsheid en pracht die we alleen maar meer gaan waarderen naar mate onze kennis toeneemt. En ondanks deze enorme, onvoorstelbare grootheid, strekt Allahs Koersie zich uit over het volledige universum, en is de Troon van Allah zelfs nog groter dan dit – en Allah is het Grootst (Allaahoe Akbar)! En ondanks deze enorme afstanden: “…Voor Hem is zelfs het gewicht van een stofdeeltje, in de hemelen of op aarde, of iets dat kleiner dan dat is of groter, niet verborgen…” [Soerat Sabaa-e (34), aayah 3]
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Hij is Degene Die voor jullie de sterren maakte, zodat jullie door hen geleid worden in de duisternissen van het land en de zee. Wij hebben (waarlijk) de aayaat (bewijzen, verzen, lessen, tekenen) gedetailleerd uitgelegd aan een volk dat weet (d.w.z. mensen met gezond verstand en in staat om de waarheid te herkennen en de valsheid te mijden).” [Soerat al-An’aam (6), aayah 97] In dit edele vers wordt aangegeven dat we sterren kunnen gebruiken voor navigatie. Maar hoe is het mogelijk dat de sterren een richting laten zien? Dat is alleen mogelijk als zij op een vaste en in een waarneembare orde zijn gerangschikt. Als een ster de ene nacht op de ene plaats zichtbaar is en de andere nacht op een andere plaats, dan zou het onmogelijk zijn om hiermee de juiste weg te vinden. In deze context hebben de bijzondere plaatsen waar de sterren in de lucht verschijnen een grote belangrijkheid. Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie):“En Hij is Degene Die de nacht en de dag en de zon en de maan schiep, alle (hemellichamen) vlotten in een baan [12].”[Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 33.] De variërende banen van de ontelbare hemellichamen vormen op zichzelf een netwerk van kennis, of wetenschap van hoge technische aard; astronomie en wiskunde van het hoogste niveau kunnen nauwelijks de basis ervan bereiken. In hen leidt variëteit tot eenheid.
Heeft u ooit een zonsverduistering gezien? Heeft u zich toen ook afgevraagd hoe het mogelijk is dat twee hemellichamen – die een totaal verschillende grootte hebben en die zo’n 150 miljoen kilometer van elkaar staan en die met enorme snelheden in hun banen draaien – toch precies op elkaar passen waardoor er iets fantastisch te zien is? Vele mensen ondernemen een reis om dit goed te kunnen zien, maar slechts weinig trekken er een les uit! Het is de verordening van Allah de Verhevene, een teken om over na te denken: “De zon en de maan (bewegen) volgens berekeningen (nauwkeurige banen).” [Soerat ar-Rah’maan (55), aayah 5] Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Hij is Degene Die de zon een stralend licht maakte en de maan een afgeleid licht en Hij bepaalde haar standen zodat jullie het aantal jaren en de berekening van de tijd kunnen weten. Allah schiep dit slechts met de waarheid. Hij verduidelijkt de aayaat( bewijzen, verzen, tekenen) gedetailleerd voor een volk dat weet.” [Soerat Yoenoes (10), aayah 5] Dit (zie ook aayah 25:61 en 71:16) is ook één van de wonderen van de Qor-aan. Allah de Verhevene zegt hier dat de zon een bron van licht is en de maan slechts een licht, omdat de maan niet zelf licht geeft maar het licht van de zon reflecteert: een wetenschappelijk feit dat nog niet bekend was in de tijd dat de Qor-aan geopenbaard werd.
Er is nog veel te zeggen, we kunnen over dit onderwerp een boek volschrijven. Maar omwille van beknoptheid zullen we nu overgaan tot de afsluiting. Allah Ta’aalaa zegt (Nederlandstalige interpretatie): “De schepping van de hemelen en de aarde is werkelijk groter dan de schepping van de mensen; doch de meeste van de mensen weten niet [wat dit beduidt[13]].” [Soerat Ghaafir (40), aayah 57] Allah de Alwetende zegt hier dat de schepping van de hemelen en de aarde, met al zijn wijdheid en complexiteit, groter is dan de schepping van de mens, hoewel de mens ook een zeer ingewikkeld organisme is. Kan de Schepper van dit alles dan hetzelfde niet nog een keer scheppen? Is Degene Die dit alles schiep vanuit het niets dan niet bij machte om deze schepping te herhalen? Waarlijk, de Opstanding is waarheid en zal zeker plaatsvinden. Iedereen zal voor zijn Schepper komen om verantwoording af te leggen over zijn daden. Om deze reden heeft Hij alles geschapen! (Zie het 85 pagina’s tellende boek van Dr. Abu Ameenah Bilal Philips, Het doel van de schepping, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah)[14]
Als de mens arrogant wordt of zijn verantwoordelijkheid tegenover Allah de Verhevene vergeet, door zijn onwetendheid of onnadenkendheid, wordt hij nu herinnerd dat hij slechts een onbeduidend stipje is in Allahs enorme en complexe schepping: “Zijn jullie moeilijker in schepping of de hemel die Hij bouwde?” [Soerat an-Naazi’aat (79), aayah 27]
Het mysterie van de hemelen met hun ontelbare sterren en planeten die de wetten aangaande hun beweging gehoorzamen, en de zon en de maan die op een dermate afstand van de aarde zijn dat zij een gunstige invloed hebben op de temperatuur, klimaten, fotosynthese, eb en vloed etc., tonen de orde en perfectie waarmee Allah de Verhevene Zijn schepping geschapen heeft. Hoe kan de mens dan zijn verantwoordelijkheid tegenover Allah Ta’aalaa vergeten, of de Dag der Opstanding ontkennen? Allah, “…Hij weet wat er op het land en in de zee is; en er valt geen blad of Hij weet van haar. En er is geen graankorrel (of zaadje) in de duisternissen van de aarde, noch iets vers noch iets droog, of het is in een duidelijk Boek (al-Lawh’oe l-Mah’foedhz).” [Soerat al-An’aam (6), aayah 59] Allah, “…Voor Hem is zelfs het gewicht van een stofdeeltje, in de hemelen of op aarde, of iets dat kleiner dan dat is of groter, niet verborgen…” [Soerat Sabaa-e (34), aayah 3] “Zeg: ‘Wie is de Heer van de zeven hemelen (en alles wat er in is en wat er in gebeurd) en de Heer van de Geweldige Troon (die zich over de gehele schepping uitstrekt)?’ Zij zullen zeggen: ‘Allah.’ Zeg: ‘Vrezen jullie dan niet (Zijn bestraffing wegens het aanbidden van anderen – schepsels[15] – naast Hem – de Schepper)?’” [Soerat al-Moe-eminoen (23), aayah 86-87]
“Zeg (O Moh’ammed, tegen de polytheïsten): ‘Roep degenen aan waarvan jullie beweren (dat zij goden zijn) naast Allah; zij bezitten niet eens het gewicht van een stofdeeltje in de hemelen noch op de aarde, en voor hen is er in beide geen aandeel (in het bestuur van hen), en voor Hem is er van onder hen geen helper (Allah heeft geen behoefte aan de schepping, doch heeft de volledige schepping wel behoefte aan Hem).’” [Soerat Sabaa-e (34), aayah 22.] O mens! “Hij (de mens) hoort Allahs verzen die aan hem gereciteerd worden, (maar) vervolgens volhard hij arrogant (in zijn ongeloof, ontkenning, trots en opstandigheid), alsof hij ze niet gehoord heeft. Kondig hem dan een pijnlijke bestraffing aan.” [Soerat al-Djaathiyah (45), aayah 8.] En tot Allah keren wij allemaal terug…
www.islamhouse.com
Islam voor iedereen !
[1] (#1) Een ‘dag’ kan duiden op een periode van 1000 jaar zoals mensen tijd berekenen: “…een dag bij jouw Heer is als duizend jaar zoals jullie berekenen.” [Soerat al-H’adj (22), aayah 47.]
[2] (#2) Dit kan beschouwd worden als de wetten der natuur, zoals de banen en rotatie van hemellichamen, chemische reacties, aantrekkingskracht etc.
[3] Dit vers beduidt dat het hele universum zo perfect in elkaar zit en dat alles, van het stofdeeltje op de aarde (dat nodig is voor regenvorming) tot aan de enorme sterrenstelsels, zo goed coherent is dat de continuïteit van het systeem van het universum nergens lijkt te breken.
[4] Uitgeput door de inspanningen om de mysteries van het universum te bevatten. De meest nabije hemel bevat nog vele vraagtekens, om over de overige zes hemelen, die zelfs met de meest ingewikkelde telescopen nog niet gezien zijn, nog maar te zwijgen.
[5] Zie aayah 15:17-18. Allah de Verhevene maakte de “vallende sterren” om de hemel te beschermen tegen de kwaadaardige duivels onder de djinn die proberen informatie af te luisteren van de engelen. Waarzeggers (en paragnosten etc.) maken gebruik van deze djinn, maar hun voorspellingen zijn slechts gebaseerd op fragmenten van de werkelijkheid, aangevuld met verzinsels. Het moge duidelijk zijn dat contact zoeken met djinn verboden is in de Islaam.
[6] Astrologie, of sterrenwichelarij, is de leer waarvan de aanhangers beweren dat er verband bestaat tussen de stand van de hemellichamen en de gebeurtenissen op aarde. De astroloog beweert uit de stand van de sterrenhemel en planeten (men rekent de zon en de maan hier ook bij) op het moment van iemands geboorte, het karakter van die persoon te kunnen afleiden en voorspellingen betreffende de toekomst te kunnen doen. Hij noemt dit het trekken van de horoscoop van de persoon. Onpartijdig en kritisch onderzoek toont aan dat de voorspellende waarde van de astrologie niet uitkomt boven die van het toeval. In de Islaam is het trekken van een horoscoop, hierin geloven en het geloven dat de stand van sterren en planeten enige invloed hebben op iemands leven, verboden, aangezien de toekomst alleen bij Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) bekend is. Degene die horoscopen in kranten en tijdschriften leest en gelooft wat zij zeggen over de invloed van sterren en planeten is een moeshriek (iemand die shirk – afgoderij – begaat, een afgodendienaar). Degene die hen leest voor vermaak is een zondaar, omdat het niet toegestaan is om jezelf te vermaken door het lezen van zaken die shirk bevatten. De shaytaan (satan, duivel) hierdoor zal proberen hem te leiden naar de shirk.
[7] Al-Lawh’oe l-Mah’foedhz: het Bewaarde/Beschermde Boek, het Boek der Besluiten. Allah de Verhevene heeft in dit Boek alles genoteerd en Hij houdt dit bij Zich. Het is verhaald door ‘Abdoellaah ibn ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden zijn met hem), dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Allah schreef de bepaalde maten voor de gehele schepping vijftigduizend jaar vóór de schepping van de hemelen en de aarde.” (Overgeleverd door Moeslim, Kietaaboe l-Qadar, hoofdstuk: dziekroe h’oeddjaadjie Aadam wa Moesaa ‘alayhiema s-salaam.)
[8] ) In eerste instantie wordt de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) aangesproken, maar bij uitbreiding ook elk verstandig en nadenkend mens; kijk eens naar de gevolgen van het volgen van de begeerten.
[9] Door de eigen begeerten/ideeën te prefereren boven Allahs geboden en verboden, kent de mens deelgenoten aan Allah de Verhevene toe.
[10] Wellicht een zogenaamde singulariteit (een punt met een oneindig klein volume en een oneindige grote dichtheid, waar tijd en ruimte niet bestaan), of iets dat daar op lijkt.
[11] Dit verwijst mogelijkerwijs naar de oerknal (de Big Bang) of iets dat daar op lijkt. Robert Jastrow (1925–2008), een Amerikaans astronoom, natuurkundige en kosmoloog, en een toonaangevende wetenschapper bij NASA, zei, hoewel hij geen gelovige was maar een agnosticus [iemand die gelooft dat het onmogelijk is te weten of God bestaat of niet bestaat (dit wordt vaak voorgesteld als een middenweg tussen theïsme en atheïsme)]: “Astronomen ontdekken nu dat zij zichzelf in een hoek gedreven hebben aangezien zij bewezen hebben, door hun eigen methoden, dat de wereld plotsklaps begon door schepping, tot hetgeen je het begin van elke ster, elke planeet, elk levend ding in deze kosmos en op aarde kunt nagaan. En zij vonden dat dit allemaal gebeurde als een resultaat van krachten die zij niet hopen te ontdekken. Dat er wat ik en anderen bovennatuurlijke krachten noemen aan het werk zijn, is, denk ik, een wetenschappelijk bewezen feit.” (A Scientist Caught Between Two Faiths: Interview With Robert Jastrow, Christianity Today, August 6, 1982.) Hij zei ook: “Denk eens na over de enormiteit van het probleem: wetenschap heeft bewezen dat het universum op een bepaald moment tot bestaan explodeerde. Dit zorgt voor de vraag: welke oorzaak zorgde voor dit effect? Wie of wat plaatste de materie of energie in het universum?” Hij heeft ook gezegd: “Je kunt het de oerknal noemen, maar je kunt het ook correct het scheppingsmoment noemen.” Robert Jastrow sluit zijn boek God and the Astronomers af met: “Voor de wetenschapper die heilig gelooft in de kracht van de rede, eindigt het verhaal als een boze droom. Hij heeft de bergen der onwetendheid beklommen; hij staat op het punt de hoogste top te bedwingen; terwijl hij zichzelf over het laatste rotsblok heen trekt, wordt hij begroet door een gezelschap theologen die daar al eeuwenlang zitten.
[12] De hemellichamen lijken stil te staan, maar bewegen met enorme snelheden in nauwkeurige banen. Dit hele systeem is zo complex en onvoorstelbaar minutieus, want enige afwijking in snelheid of afstand tot andere hemellichamen kan dit hele systeem doen instorten in verband met de aantrekkingskracht die verschillende hemellichamen op elkaar uitoefenen. Maar het hele systeem is perfect afgestemd om leven op aarde mogelijk te maken; de zwaartekracht is niet te groot waardoor we ons niet kunnen voortbewegen, noch is het te licht waardoor we gaan zweven! Het evenwicht tussen draaiingen en aantrekkingskrachten zijn perfect gebalanceerd waardoor de aarde in zijn baan blijft; de aarde wordt niet door de zon opgeslokt en niet in de ruimte weggeslingerd! Is dit allemaal toeval? Toeval op toeval op toeval?
[13] Een groot percentage van het mensdom vindt zichzelf en de mensheid “geniaal”! Maar die genialiteit is niets meer dan een denkdefect met desastreuze gevolgen. Door het benadrukken van het feit dat de mens slechts een klein, onbeduidend deeltje is van het universum, met zijn miljarden sterren, brengt de Qor-aan de dwaasheid naar voren van de visie waarin de mens het middelpunt van het bestaan is.
[14] Waarom is de mens zo egocentrisch? Waarom is hij zo arrogant en twijfelt hij over de Opstanding en Gods openbaring? Het is slechts omdat hij zichzelf blind maakt. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.) (#14) Dit noemt men ook wel antropocentrisme, waarin de mens de norm is. De waarde van al het andere – flora, fauna en levenloze materie – wordt afgemeten aan het nut dat het de mens dient of de verhouding waarin het tot de mens staat.
[15] Een afgod hoeft niet per se gemaakt te zijn van steen of hout. Een afgod kan ook in de vorm zijn van een bepaalde waarde, een concept of principe. Door de eigen wil – gebaseerd op begeerten en bevliegingen – te prefereren boven de Wil van Allah, neemt hij zijn eigen wil als een god. Alles wat hij bewondert en als goed ziet volgens zijn eigen begeerten, wordt zijn religie en zijn weg (manier van leven) i.p.v. de weg van Allah. Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Volgens Allah is iemands eigen begeerte de slechtste van alle valse goden die aanbeden en gediend worden in plaats van Allah.” (Overgeleverd door Tabaraanie.) Sayyid Qoetb schreef in zijn tefsier Fie Dhzilalie l-Qor-aan: “Zo wordt er ook overdreven aandacht geschonken aan materialistische waarden en deze worden de voornaamste zorg van de mensen en worden koste wat het kost in stand gehouden. Aldus worden mensen niet meer dan machines, terwijl spirituele en morele waarden verloren raken en met voeten worden getreden. Maar dit geschiedt niet toevalligerwijs! Het geschiedt allemaal volgens een geniepig plan (van satan) die de oude afgoden tracht te vervangen met nieuwe en deze behandelt als de oppermachten die aan het roer zitten van alle waarden en normen. Wanneer materialisme dus transformeert in een afgod waar de mensen eerbied aan bewijzen (hun hele leven wordt hierdoor bepaald, alles wordt gemeten in geld), zullen alle waarden en overwegingen – inclusief moraliteit, familie, eer, vrijheid en veiligheid – opgeofferd worden voor diens belang.”