Description
De Soenna van de Boodschapper van Allah (vrede zij met Hem) interpreteert de Koran en verduidelijkt het, het leidt tot de Koran en drukt Zijn bedoeling uit. We moeten de hadith waarin de Profeet (vrede zij met hem) de Heer beschrijft, de Almachtige, de Verhevene, accepteren en geloven.
Allah’s Namen en Eigenschappen in de Soenna
أسماء الله وصفاته في السنة النبوية
بسم الله الرحمن الرحيم
De Soenna van de Boodschapper van Allah (vrede zij met Hem) interpreteert de Koran en verduidelijkt het, het leidt tot de Koran en drukt Zijn bedoeling uit. We moeten de hadith waarin de Profeet (vrede zij met hem) de Heer beschrijft, de Almachtige, de Verhevene, accepteren en geloven, zoals de hadith:
“Onze Heer daalt af tot de laagste hemel wanneer eenderde van de nacht overblijft en zegt: ‘Wie zal Mij aanroepen zodat ik hem kan beantwoorden? Wie zal Mij iets vragen zodat ik het hem kan geven? Wie zal Mijn vergeving zoeken zodat ik hem kan vergeven?’” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
“Werkelijk, Allah is blijer met het berouw van Zijn dienaar dan iemand van jullie is als hij zijn verloren kameel terugvindt.” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
“Allah lacht om twee mannen die elkaar vermoorden maar beide het Paradijs betreden.” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
Allah verwondert zich over de wanhoop van Zijn schepselen (‘ibad), terwijl de verandering van hun situatie van slecht naar goed erg dichtbij is. Hij kijkt naar jou, en jij bent erg wanhopig, maar Hij blijft lachen, want Hij weet dat jouw verlichting nabij is.” (de isnad is goed; overgeleverd door Ahmed Ibn hanbal en anderen)
En de hadith:
“(Op de Dag des Oordeels) als een groep ongelovigen in de Hel wordt gegooid, vraagt de Hel naar meer totdat Allah de Almachtige, Zijn voet er in doet, dan stopt het zeggend: ‘Genoeg, genoeg’.” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
“Allah de Verhevene, zegt: ‘Adam!’ en Adam antwoord: ‘Hier ben ik, tot Uw dienst!’ Dan roept een stem: ‘Waarlijk! Allah beveelt jou een delegatie van jouw nakomelingen naar de Hel te sturen’.” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
“Allah zal direct tegen elk persoon praten zonder een bemiddelaar tussen hen.” (goedgekeurd door Boecharie en Moslim)
En de uitspraak van de profeet (vrede zij met hem) over het genezen van de zieken: “Onze Heer die in de hemel is, Uw Naam worde geheiligd. Uw gebod is in de hemel en op aarde. Uw barmhartigheid kome op aarde, zoals ze in de hemel is. Vergeef ons onze schuld en onze zonde, Heer van alle goeds. En laat uw barmhartigheden neerdalen, één van uw genezingen, op deze ziekte, en deze zal genezen.” (Deze hadith heeft een goede isnaad, overgeleverd door Abu Dawud en anderen).
En de hadith:
“Vertrouw je mij niet, terwijl ik het vertrouwen heb van Hem die in de Hemel is?” (Goede hadith, overgeleverd door Boecharie en Moslim)
En de hadith:
“De Troon is boven het water, en Allah is op de Troon; hij weet wat je van plan bent.” (Goede hadith, overgeleverd door Abu Dawud en anderen).
En de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem) aan het meisje: “Waar is Allah?” En haar antwoord: “In de hemel.” En zijn vraag: “Wie ben ik?” En haar antwoord: “Jij bent de Boodschapper van Allah.” En hij zegt: “Bevrijdt haar; zij is een gelovige.” (Moslim)
En de hadith:
“Mijn Heer! De Heer van de Zeven Hemelen, en de Heer van de aanzienlijke Troon, onze Heer van iedereen, de Schepper van planten en bomen, de Openbaarmaker van de Tawrah (Oude Testament), de Injil (Nieuwe Testament) en de Koran: Ik zoek toevlucht bij ﷻ van het kwade in mijzelf en van het kwade van alle schepselen: ﷻ bent de Eerste; niets is voor ﷻ. ﷻ bent de Laatste, niets is na ﷻ. ﷻ bent de Openlijke, niets is over ﷻ. ﷻ bent de Verborgene, niets is in ﷻ. Help mij om mijn schuld af te lossen en houdt armoede weg van mij.” (Moslim)
En de uitspraak (van de Profeet, vrede zij met hem), toen zijn metgezellen hun stemmen verhieven in aanroeping van Allah (Dhikr):
“O mensen, beheers jullie zelf. Waarlijk, jullie roepen niet Iemand die doof of afwezig is. Integendeel, jullie roepen de Alhorende, die erg dichtbij is; Degene die jullie aanroepen is nog dichterbij jullie dan de nek van jouw kameel.”
En de uitspraak (van de Profeet, vrede zij met hem):
“Je zult je Heer zien zoals je de volle maan ziet; niks zal je zicht op Hem verzwakken; en als je in staat bent de ochtendgebeden en de namiddag gebeden te onderhouden, doe dit.”
En vele ahadith meer waarin de Profeet (vrede zij met hem) een verband legde met zijn Heer.
De geredde groep (al firqah an-najiyah), de mensen van de Soenna en de gemeenschap geloven deze zaken, net zoals zij geloven dat Allah Zijn waardevolle Boek heeft geopenbaard (de Koran); (zij geloven) zonder twijfel of ontkenning en zonder te vragen of te veranderen. Integendeel, zij bestaan uit het centrum van de moslimgemeenschap, zoals de moslimgemeenschap bestaat uit het midden van alle naties.
Met inachtneming van de Eigenschappen van Allah, de Glorieuze, de Verhevene, staan zij te midden van de ontkennende Jahmiyah en de mensen die beelden/gelijkenissen schapen en creëren (ahl at-thamtil al mushabbihah); en zij staan te midden tussen de Qadaruyah en de Jabriyah met inachtneming van de werken van Allah de Verhevene en tussen de Murji’ah en de Wa’idiyah van de Qadiriyah en andere zonder in achtneming ( van Allah’s bedreiging), en tussen de Haruriyah en de Mu’tazilah en tussen de Murji’ah en de Jahmiyah met inachtneming van (de namen van geloof en religie), en tussen de Rawafid en de Khawarij met betrekking tot de metgezellen van de Profeet.
Wat wij bedoelen met geloven in Allah omvat ook het geloven in wat Allah geopenbaard heeft in Zijn Boek (de Koran), en wat constant gerapporteerd is van Zijn Boodschapper (vrede zij met hem), en in datgene waar de eerdere generaties van de Oemma het unaniem over eens zijn: Dat Allah, de Verhevene boven de hemels is op Zijn Troon, gezeteld boven Zijn scheppingen, en dat Hij, De Verhevene, met hun is waar ze ook zijn of bij wat ze ook doen. Hij heeft dit opgesomd in Zijn woorden: “Hij is het Die de hemelen en de aarde in zes dagen schiep; daarna zette Hij zich op de Troon neder. Hij weet wat de aarde ingaat en wat er uit voortkomt, en wat van de hemelen nederkomt en wat er naar toe opstijgt. Hij is met u waar gij ook zijn moogt, want Allah ziet alles wat gij doet.” (Al Hadid 57 aya 4)
Zijn woorden “Hij is met u” betekenen niet dat Hij zicht mengt met de schepselen: de grammatica (taal) toont dit niet en het is tegen hetgeen waar de eerdere generaties van de Oemma het over eens waren, en tegengesteld aan Allah’s schepping van alle zaken; bijvoorbeeld, de maan is een van Allah’s tekenen gevonden temidden van de kleinste scheppingen van Allah; het is geplaatst in de lucht waar het zich tegelijkertijd bevindt met de reiziger en de niet-reiziger, waar ze ook mogen zijn; en Hij, de Verhevene, is op Zijn Troon, kijkend naar zijn scheppingen, heersend over hen; dit is, net als de andere tekenen van Zijn Heerschappij.
Dat wat Allah noemt (dat Hij op de Troon (al-‘Arsh) zetelt en dat Hij met ons is) is het juiste begrip en rechtvaardigt vervorming ervan niet. Het moet juist beschermd worden van valse vermoedens, zoals het denken dat de klaarblijkelijke betekenis van Zijn zeggen “In de Hemelen” betekend dat de Hemelen Hem vasthouden. Dit is eenstemmig afgekeurd door alle mensen van kennis en geloof. Werkelijk, Zijn Troon omgeeft hemelen en aarde, en Hij is het die de hemelen en aarde in bedwang houdt zodat ze niet vergaan en Hij houdt de hemelen in bedwang zodat het niet op aarde valt, tenzij met Zijn toestemming.
“En dit is onder Zijn tekenen, dat de hemelen en de aarde in stand blijven door Zijn gebod.”(Ar-Roem 30 aya 25)
Inbegrepen hierbij is het geloof dat Allah erg dichtbij staat tot zijn schepselen, overeenstemmend met wat Hij opgesomd heeft in Zijn woorden:
“En wanneer Mijn dienaren u over Mij vragen, zeg dan: “Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van de smekeling, wanneer hij Mij aanroept”.” (Al Baqara 2 aya 186)
En de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen zijn metgezellen wanneer zij hun stemmen verhieven in aanroeping tot Allah:
“O mensen, beheers jullie zelf. Waarlijk, jullie roepen niet Iemand die doof of afwezig is. Integendeel, jullie roepen de Alhorende, die erg dichtbij is; degene die jullie aanroepen is nog dichterbij jullie dan de nek van jouw kameel.”
Wat is geopenbaard in het Boek (de Koran) en in de Soenna over Zijn Nabijheid en Zijn Verschijning weerspreekt niet wat gezegd is over Zijn Verheerlijking en Hoogheid. Integendeel, Verheven is Hij, niemand is zoals Hem in Al Zijn Eigenschappen en Hij is de Hoogste in Zijn Nabijheid en dichtbij in Zijn Hoogheid.
Deel van het geloof in Allah en Zijn Boeken is het geloven dat de Koran Allah’s woord is, geopenbaard, niet geschapen, dat het uit Hem voortkomt en tot Hem terugkeert, dat Allah het waarlijk gebracht heeft, dat deze Koran welke Hij aan Mohammed (vrede zij met hem) openbaarde werkelijk het woord van Allah is, en niet het woord van een ander. Het is niet toegestaan om te zeggen dat het een verhaal of interpretatie van de woorden van Allah is. Dat er mensen zijn die het lezen of schrijven in boeken wil niet zeggen dat het niet het ware Woord is van Allah, de Verhevene, omdat spraak toegeschreven is aan diegene die het eerst sprak, niet aan degene die het overleverde. Het is het Woord van Allah, zijn letters en zijn bedoeling. Het woord van Allah is niet de woorden alleen, zonder betekenis, en niet de betekenis alleen zonder de woorden.
Waar we naar verwezen in het geloven in Hem, in Zijn Boeken, en in Zijn Boodschappers bedoelen we ook in het geloven dat degenen die geloven Hem zullen zien met hun eigen ogen, net zoals ze de zon zien op een dag vrij van bewolking; zoals ze de volle maan zien zonder obstakel, zullen ze Hem zien, de Verhevene, terwijl zij in het ‘gerechtshof’ staan; en ze zullen Hem zien na het binnentreden van het Paradijs. Dit is Allah, de Barmhartige, de Verhevene Zijn wil.